We zijn met onze stad behoorlijk in het nieuws geweest in 2019. Dit gebeurde echter niet altijd op de manier waarop wij dat graag zouden willen.

Het begon natuurlijk al meteen met de start van het nieuwe jaar met de bijna-ramp met de nieuwjaarsvuren op Scheveningen. Als een wonder en met enorme inzet van de brandweer is niemand hierbij gewond geraakt. Ik ben voor en achter de schermen intensief betrokken geweest bij de afhandeling en het onderzoek naar hoe dit heeft kunnen gebeuren. Het was met horten en stoten, maar uiteindelijk kunnen we heel tevreden zijn over dat wat in gang is gezet. De gemeente stelt zich ruimhartig op bij de schadeafhandeling en alle stukken zijn of worden openbaar, zodat bewoners en de gemeenteraad hun controlerende taak ook uit kunnen voeren.

Het onderzoek naar het vreugdevuur is nu in handen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat in de loop van dit jaar zal rapporteren. We moeten rekening houden met stevige conclusies, want dat er dingen mis zijn gegaan lijkt wel duidelijk. Het uitgangspunt van zowel GroenLinks als het college is dat dit type vreugdevuur in de toekomst alleen nog kan worden toegestaan indien de veiligheid voor iedereen gegarandeerd kan worden.

Als stad haalden we ook het landelijke nieuws met de gasexplosie in de Jan van der Heijdenstraat in Laak. Ook hier geldt dat dit veel slechter had kunnen aflopen en dat de hulpdiensten fantastisch werk hebben geleverd. Toevallig heb ik zelf in deze straat gewoond, in het midden van de jaren ’90 van het vorige millennium. Ik koester goede herinneringen aan die tijd: ik huurde een kamer met andere studenten, in een huis waar er standaard een eigen fles goedkope lambrusco  bij de gezamenlijke avondmaaltijd was. Tegelijkertijd hield het onderhoud van deze huizen toen al te wensen over en ik vrees dat het in al die jaren alleen maar slechter is geworden. Onze stad kent nog te veel slecht onderhouden huizen en straten, en het vergt politieke daadkracht om dit te veranderen. Door het onderhoud te koppelen aan isolatie en verduurzaming, kunnen we in de komende jaren een verschil maken.

Tot slot wil ik stilstaan bij iets positiefs, namelijk de sinds oktober nonstop doorlopende kerkdienst in de Bethelkapel, waarmee de uitzetting van de familie Tamrazyan is geblokkeerd.  Onze stad was hierbij niet alleen landelijk nieuws, maar ook in the Guardian, New York Times en CNN. En hoe schrijnend de reden ook was, de inzet van de meer dan 1000 voorgangers, de vele vrijwilligers en ook talloze GroenLinksers was hartverwarmend. Op de gemaakte ‘politieke deal’ in het kabinet is best wat af te dingen, maar het is onmiskenbaar dat dit initiatief eraan heeft bijgedragen dat de familie Tamrazyan en 600 andere kinderen de kans krijgen om in ons land hun toekomst op te bouwen.

Onze stad was nu al veel in het nieuws, tegen wil en dank. Ook hebben we veel hulp van engelen gehad, de branden in Scheveningen en Laak hadden veel erger kunnen aflopen. Welke rol de engelen bij het kinderpardon hebben gehad, moeten we maar aan de voorgangers van de Bethelkapel vragen. Maar voor mij is het eens te meer duidelijk: de echte Haagse engelen zijn onze hulpverleners en vrijwilligers zijn, zij maken het verschil.