Schriftelijke vragen

Per 1 januari 2003 zijn de tarieven voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning fors verhoogd. Voor alle soorten verblijfsvergunningen moet 2/3 meer worden betaald dan in voorafgaande jaren. Tegelijkertijd wordt het door de wetgever aan de gemeenten overgelaten om te bepalen of via de bijzondere bijstand een vergoeding aan de aanvragers verleend kan worden. De toenmalige minister van justitie Korthals liet deze mogelijkheid expliciet toe en stelde met oog op deze regeling dat “recht op bijzondere bijstand bestaat voorzover men niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten”.

Verwijzende naar het desbetreffende artikel in het Reglement van Orde wil ik u de volgende vragen voorleggen:

  1. Is het college samen met GroenLinks van mening dat er sprake is van een buitengewoon forse verhoging van de te betalen leges?
  2. Is het college samen met GroenLinks van mening dat het verkrijgen van een verblijfsvergunning tot de noodzakelijke kosten van het bestaan gerekend moet worden, aangezien zonder verblijfsvergunning illegaliteit dreigt?
  3. Wordt er door de gemeente Den Haag- even als in de gemeente Hillegom- van de mogelijkheid gebruik gemaakt om via de bijzondere bijstand de leges voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning te vergoeden?
  4. Indien nee, waarom niet?
  5. Kan het college aangeven hoeveel aanvragen op bijzondere bijstand met betrekking tot vergoeding van de leges voor verblijfsvergunningen in het afgelopen jaar werden ingediend en op welke wijze deze door de gemeente werden afgehandeld?

Bircan Bozbey