Een meerderheid van de Haagse gemeenteraad is het niet eens met het door de burgemeester voorgestelde beleid voor coffeeshops. De fracties van GroenLinks, PvdA, D66, SP en de Haagse Stadspartij zijn tegen sluiting van coffeeshops zonder dat er gestuurd wordt op kwaliteit. Een goed reguleringsbeleid moet juist inzetten op kwaliteitsverbetering en een betere spreiding stimuleren.


Morgen, woensdag 7 oktober, wordt in de commissie Veiligheid gesproken over het door de burgemeester voorgestelde coffeeshopbeleid. GroenLinks, PvdA, D66, SP en de Haagse Stadspartij willen dat coffeeshophouders worden gezien als normale ondernemers met een bijzonder product. Dat rechtvaardigt strenge kwaliteitseisen, maar niet het onberedeneerd sluiten van coffeeshops.

De vijf fracties zien niets in het rücksichtslos sluiten van coffeeshop in het Zeeheldenkwartier en de Weimarstraat. Ze vragen zich af of dit bij de rechter stand zal houden. De argumenten die de burgemeester noemt vinden ze niet steekhoudend. Zo zijn de huizenprijzen in het Zeeheldenkwartier juist meer gestegen dan het stedelijke gemiddelde. Vanuit de politie zijn er geen signalen dat er sprake is van direct aan de coffeeshop gerelateerde criminaliteit of objectief aantoonbare overlast. De overconcentratie van coffeeshops in de Weimarstraat en Zeeheldenkwartier zien de partijen als een feit.

Het college zou samen met de coffeeshopeigenaren serieus moeten kijken naar mogelijkheden voor coffeeshops om zich te verplaatsen om zo een betere spreiding over de stad stimuleren. D66, GroenLinks, SP, Haagse Stadspartij en de PvdA stellen daarom voor om strakker te reguleren op de kwaliteit van coffeeshops, en niet op aantallen. Ze zien de vrijwillige eisen die de Vereniging van Haagse Coffeeshops haar leden oplegt als positieve ontwikkelingen, maar zijn van mening dat deze eisen voor alle coffeeshops zouden moeten gelden. Dat kun je bereiken door ze onderdeel te laten uitmaken van de gedoogvoorwaarden. De vijf fracties kunnen zich wel vinden in het voornemen van de burgemeester om het afstandcriterium terug te brengen van 500 naar 250 meter en het gebruik van de BIBOB-toets te intensiveren.