Waarom moet de politie altijd mij hebben?

Met stijgende verbazing luisterde ik naar hoe VVD-wethouder Revis bij Pauw en Witteman de klachten van Marokkaanse jongeren over de politie in Den Haag wegwuifde. De criminaliteitscijfers waren toch gedaald? Nou dan! Op geen enkele wijze kwam de wethouder tegemoet aan de verhalen over discriminatie door de politie.

In de afgelopen jaren heb ik van verschillende kanten verhalen gehoord van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond die zonder reden staande gehouden worden door de politie. Omdat ze zich begeven in een wijk waar niet veel migranten wonen of omdat ze zich begeven in een wijk waar juist wél veel migranten wonen.  Een man van Afrikaanse afkomst werd op weg naar zijn huis in de overwegend witte wijk Bezuidenhout gevraagd of hij verdwaald was. Op station Hollands Spoor werd hij gevraagd om zijn identiteitsbewijs toen hij met een groepje Afrikanen stond te praten. Ook worden jongeren met een migrantenachtergrond soms op een hoogst merkwaardige manier aangesproken: “Hé Fatima, ga eens even opzij!” tegen een meisje van Marokkaanse afkomst. Voor alle duidelijkheid: dit meisje heette geen Fatima.

Deze gebeurtenissen staan niet op zich. Ze vinden plaats tegen een achtergrond waarin het normaal geworden is om openlijk een verbinding te leggen tussen etniciteit en criminaliteit. Was dit tot een aantal jaar geleden nog voorbehouden aan PVV-leider Geert Wilders, inmiddels doen ook andere grote politieke partijen mee. Landelijk zorgden PvdA en VVD ervoor dat de in ons land aanwezige niet-Europeanen, hun vingerafdrukken en pasfoto moeten afstaan. Die worden gedurende tien jaar opgeslagen in een database die geraadpleegd wordt als een strafrechtelijk onderzoek vastloopt. Lokaal liet PvdA-wethouder Norder aan de media weten dat het belangrijkste effect van de Antillen op Nederland criminaliteit betreft.

De gevolgen van deze normalisering zijn duidelijk merkbaar. Het Sociaal Cultureel Planbureau rapporteerde begin dit jaar dat niet-westerse migranten in aanzienlijke mate discriminatie ervaren door de politie. Een derde van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders die het afgelopen jaar in contact met de politie zijn geweest, voelde zich gediscrimineerd. Bij 25% van de Surinaamse en 20% van de Antilliaanse Nederlanders was dat ook het geval.

Dit zijn zorgwekkende cijfers. Niet alleen omdat een ieder moet kunnen vertrouwen op gelijke behandeling door de politie, maar ook omdat de legitimiteit en het gezag van de politie hierdoor beschadigd wordt. Het werk van de politie is ongelofelijk complex. Zeker gegeven het toenemende geweld tegen de politie en de hoge druk om criminaliteit tegen te gaan. Maar dat neemt niet weg dat discriminatie door de politie niet mag plaatsvinden. Nooit en nergens. En al helemaal niet in Den Haag, internationale stad van vrede en recht waar de meerderheid van de bewoners een migrantenachtergrond heeft.

Inge Vianen

Lijsttrekker GroenLinks Den Haag