Normen veranderen. 15 jaar geleden rookte men in het openbaar vervoer, was een discman cool en zaten politici op de fiets. Nu staat de roker buiten, zijn er mobiele bel-camera-mp3-radio-TV-Internet-in-één-apparaten, en zit een beetje politicus achter gepantserd glas.

15 jaar geleden was ik een puber. Zat ik op voetbal. En ging ik iedere zomer op voetbalkamp. We sliepen in tenten, waar we grootse verhalen met elkaar deelden. We maakten kampvuurtjes, waar we stiekem bier dronken. En we rookte sigaretten, waar overigens niet stiekem over gedaan werd. Want roken was toen nog heel gewoon.

We aten gezamenlijk aan lange tafels. Aardappelen, vlees, groente, pasta en chili con carne. Er was echter één uitzondering. Één jongen, die altijd eerst z’n bordje kreeg. Één bordje met ‘speciaal’ eten. De vreemde vogel. Alleen in de groep. Anders dan de rest. Deze jongen was ik. Omdat ik vegetariër was.

Vorig weekend was ik op een feestje. Met een BBQ in de tuin. Een BBQ met grote lappen vlees. En een klein hoekje voor een vegetarische braadworst. Dode dieren eet ik nog steeds niet. Een vegetarische braadworst? Vegetariërs zijn vreemde wezens, werd mij verweten. “Als we geen dieren zouden moeten eten, waarom zijn ze dan van vlees gemaakt?” En bij het toetje. “hey dierenknuffelaar, mag je wel vruchtvlees?”

Er waren tijden dat ik me zou verdedigen. Een lesje ethiek, voedingsleer of milieuproblematiek zou geven. Maar tijden veranderen. Inmiddels lach ik om de opmerkingen. Want humor hebben ze. Die carnivoren. Maar in gedachte kijk ik vooruit. Naar de toekomst. Daar zie ik een klein hoekje op de BBQ voor de vleesworst. De rest van de BBQ is voor de ‘normale’ worsten: sojaworsten voor de vegetariër. Let maar op mijn woorden. Want normen veranderen.

Stijn van Rest