verkiezingsprogramma 2010-2014
van GroenLinks Den Haag:
'dromen, denken, durven, doen'
Wat vindt GroenLinks?
GroenLinks vindt dat in het onderwijs- en jeugdbeleid het individuele kind centraal moet staan. Het doel is de individuele talenten, kansen en mogelijkheden van kinderen te ontwikkelen. GroenLinks wil kinderen alle ruimte geven, ze serieus nemen en steun bieden. Ons uitgangspunt is dat de jeugd deugt.
Kansenmachine. Goed onderwijs helpt kinderen om hun individuele talenten te ontwikkelen. Tegelijkertijd leert het kinderen dat de wereld groter is dan je eigen familie of je eigen straat. GroenLinks ziet onderwijs als een kansenmachine. Onderwijs helpt om je eigen kansen te leren zien en te leren ontwikkelen. Bij de een liggen die kansen in werken met je hoofd, bij een ander in werken met zijn handen.
Onderwijsaanbod. GroenLinks vindt dat de gemeente mede verantwoordelijk is voor een goed en gevarieerd onderwijsaanbod in Den Haag. Dat geldt voor het basis-, middelbaar en voortgezet onderwijs. Uiteindelijk gaan de meeste kinderen naar vervolgonderwijs op mbo-, hbo-, of universitair niveau en komen terecht op de arbeidsmarkt. In Den Haag moeten we daarom ons vervolgonderwijs koesteren: het Mondriaan College (mbo) en de Haagse Hogeschool zijn van groot belang, ook om Den Haag als woon- en werkstad aantrekkelijk te maken en te houden. GroenLinks vindt ook dat de gemeente mede verantwoordelijk is voor een goede de ondersteunings- en begeleidingsstructuur voor basis- en middelbaar onderwijs.
Steuntje in de rug. De meeste leerlingen leggen het traject van basisschool, voortgezet onderwijs en een vervolgopleiding zonder al te grote moeilijkheden af. Voor die groep moet de overheid blijven investeren in kwalitatief goed, uitdagend en gevarieerd onderwijs. Voor een kleinere groep leerlingen verloopt school moeizamer. GroenLinks wil ook deze leerlingen binnenboord houden. Het kan gaan om leerlingen met specifieke leerproblemen die extra aandacht nodig hebben, kinderen met een lastige thuissituatie dat tot leerproblemen kan leiden, maar ook kinderen/leerlingen die om uiteenlopende redenen op het voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs voortijdig de school (dreigen) te verlaten. Voor deze kinderen is een blijvende inspanning nodig, op school en vaak ook thuis en in de wijk.
In de eigen wijk naar school. GroenLinks staat daarbij voor het ideaal dat kinderen naar een school in de eigen wijk gaan. GroenLinks wil dat de gemeente met scholen afspraken maakt over het bevorderen van integratie en het voorkomen van segregatie. Het doel is dat kansrijke en kansarmere kinderen, zwart en wit, rijk en arm samen naar school gaan.
Democratie. Als we onze kinderen willen zien opgroeien tot burgers die het belangrijk vinden hun rol te spelen in onze democratie, moeten we er vroeg mee beginnen. Leerlingenparticipatie kan verschillende vormen krijgen: van leerlingenraden tot coaching door medescholieren, mentorschap. Het belangrijkste is dat leerlingen het idee hebben dat ze op school gewaardeerd worden en serieus naar hun ideeën en voorstellen wordt geluisterd. Leerlingen die dat gevoel hebben laten betere schoolprestaties zien. Bij democratie hoort ook dat je leert jezelf (verbaal) te uiten, fouten (mag) maken, leert kritiek te geven en leert kritiek te ontvangen.
Jeugdbeleid . De afgelopen periode is bestuurlijk veel aandacht geweest voor de jeugd. Voor het eerst was er een coördinerend wethouder Jeugd. Dat heeft goed gewerkt. Voor de toekomst wil GroenLinks dat de gemeente meer doet om ‘Centra voor Jeugd en Gezin’ in te stellen.
Koppeling. GroenLinks pleit voor een goede koppeling tussen het jeugdwerk in de straat en in de wijk en de Centra voor Jeugd en Gezin. Daar zitten de professionals die weten wat er speelt op straat.
Kinderopvang. GroenLinks heeft veel waardering voor de professionals in de kinderopvang, het onderwijs en de jeugdzorg. Samen met kinderen, ouders en professionals moet de gemeente komen tot een samenhangend beleid. GroenLinks vindt het belangrijk dat ondersteuning van onderwijs, kinderen en ouders zo dicht mogelijk in de wijk en rondom scholen wordt georganiseerd.
Ontspannen opgroeien. GroenLinks snapt dat opgroeien meer is dan onderwijs. Natuurlijk is het ook belangrijk dat kinderen en jeugd voldoende kunnen spelen en ontspannen. GroenLinks vindt dat de gemeente verantwoordelijk is voor goede en voldoende speelplekken, buurthuizen en sportvoorzieningen.
Levensbeschouwing en uitwisseling. Op de meeste basisscholen is weinig aandacht voor religies en levensbeschouwingen. Het verplichte vak Geestelijke stromingen is vaak een ondergeschoven kindje en het gaat uitsluitend over feiten. GroenLinks vindt dat de basisschool ook een plaats moet zijn waar aandacht is voor onderlinge ontmoeting en uitwisseling. Ook op het gebied van religies en levensbeschouwingen. GroenLinks wil daarom bevorderen dat op alle Haagse basisscholen een vakdocent levensbeschouwelijk onderwijs geeft in de groepen 6 en 7.
Wat heeft GroenLinks gedaan?
Leraar van het Jaar. GroenLinks heeft in 2006 het college van B&W opgeroepen een jaarlijkse prijs voor de ‘Haagse leraar van het jaar’ in te stellen. Het college heeft dat overgenomen. De prijs wordt uitgereikt op Wereldleerkrachtendag (5 oktober) en geldt voor zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. De prijs onderstreept nog eens het maatschappelijk belang van goed onderwijs en biedt uiteraard de mogelijkheid om extra aandacht te besteden aan de grote (maatschappelijke) inzet van leraren.
Jeugdbeleid: meer eenheid in beleid. Mede door inzet van GroenLinks was er in de afgelopen collegeperiode ruim aandacht voor de jeugd. De coördinerend wethouder ‘Jeugd’ heeft gezorgd voor meer eenheid in beleid, bijvoorbeeld door een actieprogramma jeugd.
Stageplekken. De gemeente heeft op het gebied van jeugdbeleid de afgelopen periode veel gerealiseerd. Zo worden bijvoorbeeld door de gemeente zelf jaarlijks 300 stage- en leerwerkplekken aangeboden en bestaat daarvoor ook aandacht bij gemeentelijke aanbestedingen.
Opvang. Voor veel Haagse scholen betekent de Brede Buurtschool vooral een uitbreiding met tussenschoolse- en naschoolse opvang. Andere scholen kennen een breder aanbod, variërend van sport en spel tot extra ondersteuning om de onderwijskansen te vergroten.
Brede Buurtschool. Een wijkgerichte aanpak van onderwijskansen begint al op jonge leeftijd (0-4). De sleutel voor succes ligt in een goede samenwerking tussen scholen, kinderopvang, culturele- en sportclubs, welzijnsinstellingen en gezondheidszorg. In Den Haag krijgt die samenwerking vorm in de ‘Brede Buurtschool’. GroenLinks heeft zich in het college van B&W en in de gemeenteraad hard gemaakt voor de ontwikkeling van scholen tot een Brede Buurtschool. GroenLinks vindt de Brede Buurtschool belangrijk omdat wij denken dat alle kinderen baat hebben bij zo’n school.
Speelplaatsen. GroenLinks heeft zich in de afgelopen collegeperiode ingezet voor het behoud van speelplekken en de ontwikkeling van nieuwe speelplaatsen. Mede door deze inzet wordt in afzonderlijke bestemmingsplannen steeds meer aandacht besteedt aan speelruimte en worden hier ook de benodigde middelen voor uitgetrokken. In 2009 werd er voor 1,5 miljoen aan nieuwe speelplekken gecreëerd en werd € 950.000,- beschikbaar gesteld om oude speelvoorzieningen te vervangen.
Wat gaat GroenLinks doen?
Gelijke kansen. Er wordt stevig geïnvesteerd in gelijke kansen voor alle kinderen. De brede buurtschool is daar een goed middel voor en is in alle wijken een aanwinst.
Krachtwijken. GroenLinks wil eerst brede basisscholen in de ‘krachtwijken’ versterken; die wijken waar taal-, onderwijs- en sociaal economische achterstanden samen komen. Die achterstanden werken door in de ontwikkeling en leerkansen van kinderen. Op deze brede basisscholen wordt de schooltijd verlengd om achterstanden aan te pakken. Ook vindt een combinatie plaats van kinderopvang en voor- (bijvoorbeeld peuterspeelzaal) en vroegschoolse (groep1 en 2) educatie, eventueel ook gecombineerd met jeugdzorg en maatschappelijk welzijnswerk. In Den Haag zijn er een tiental scholen die op basis van de laagste leerkansen extra geld krijgen. Gezien het aantal scholen met kinderen met lage leerkansen zouden dat er meer moeten zijn.
Brede buurtscholen in heel Den Haag. Er wordt als het aan GroenLinks ligt ook meer geld gestoken in brede buurtscholen in andere wijken, zodat uiteindelijk in heel Den Haag deze scholen op volle kracht inzetbaar zijn.
Voorlichting scholen in de wijk. GroenLinks wil stimuleren dat kinderen in de eigen wijk naar school gaan. Wij vinden dat scholen en gemeente een taak hebben om ouders actieve en goede voorlichting te geven over de kwaliteit van het onderwijs, type school, type onderwijs, over taalprogramma’s en andere activiteiten zoals sport, muziek, drama.
Ouderinitiatieven. De bestaande ondersteuning van ouderinitiatieven moet worden uitgebreid. Uit onderzoek blijkt dat kinderen beter leren als de ouders betrokken zijn bij school.
Opvang De gemeente zet zich ervoor in dat buitenschoolse opvang op elke school goed geregeld is, liefst op de locatie zelf. Daarmee worden scholen in de buurt aantrekkelijker.
Wachtlijsten. De gemeente gaat in gesprek met scholen over de omgang met wachtlijsten. De scholen worden gestimuleerd tot samenwerking met andere scholen in de wijk om wachtlijsten weg te werken. Daarbij is het waarborgen van toegankelijkheid voor kinderen uit de directe omgeving van de school uitgangspunt.
Inschrijvingsbeleid. De gemeente gaat in gesprek met scholen over het inschrijvingsbeleid. De
manier waarop Haagse scholen hun inschrijvingsbeleid voeren moet transparant zijn voor ouders. De gemeente neemt het initiatief om te komen tot een eenduidig inschrijvingsbeleid om wachtlijsten en dubbele inschrijvingen tegen te gaan.
Samenwerken met bedrijfsleven. GroenLinks wil verdere samenwerking tussen scholen, beroepsonderwijs en bedrijfsleven, zoals leerwerkloketten, te stimuleren.
Schooluitval. De gemeente moet een stevige ambitie hebben om schooluitval tegen te gaan. De voorstellen die GroenLinks doet voor de brede buurtschool zorgen op termijnvoor een daling van voortijdige schoolverlaters. GroenLinks pleit voor vrijmaking van budget om het afgesproken percentage van -20% op te schroeven naar -30%. De gemeente kan daarbij gebruik maken van de mogelijkheden die de leerplicht en de Wet investeren in jongeren bieden.
Groene en (verkeers-)veilige scholen. Scholen moeten goed en veilig bereikbaar zijn per fiets. Dat geldt ook voor de speelomgeving. Door de week worden auto’s geweerd uit straten waar scholen gevestigd zijn. Fiets en voetgangersroutes naar school worden gescheiden van het andere verkeer (zie ook Veilige en gezonde school in Den Haag Bereikbaar en Gezond). Het onderhouds- en investeringsprogramma voor onderwijsinstellingen – waar de gemeente verantwoordelijk voor is – geeft alle mogelijkheden te investeren in groene scholen. Het binnen- en buitenmilieu (zonnepanelen, groene daken) van scholen wordt ingrijpend verbeterd. De investeringen voor dit alles leveren groene banen op. Goed voor kinderen, goed voor het milieu, goed voor de economie.
Onderwijsondersteuning. Er zijn veel organisaties die scholen (basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs) ondersteunen en begeleiden op allerlei terreinen. Dat varieert van extra zorg (zorgadviesteams) tot het bestrijden van taalachterstanden en van het stimuleren van cultuur op scholen tot professionalisering van leerkrachten en docenten. GroenLinks wil dat scholen, ondersteunde organisaties en gemeente samen kijken bij welke zaken de ondersteuning het hardst nodig is en het best werkt. Ook organisaties buiten de ’normale kring’ van onderwijsorganisaties kunnen daarbij worden betrokken. Denk aan samenwerking met migrantenorganisaties om mogelijkheden voor ondersteuning van allochtone kinderen te verbeteren.
Reboundprojecten. Relatief veel jongeren stranden bij de overgang van vmbo naar mbo. Vaak blijken jongeren niet te weten wat ze (later) willen of wat ze kunnen. Binnen het mbo zijn zogenaamde reboundprojecten opgezet om leerlingen de kans te geven hun opleiding af te ronden. Dat is mooi. GroenLinks wil ook jongeren die school al hebben verlaten, de mogelijkheid geven om in te stromen in vergelijkbare projecten. Zo nodig moet de gemeente (organisatorisch) steunen.
Onderwijsinfrastructuur. In de Haagsche onderwijsinfrastructuur ontbreekt nog een lerarenopleiding. Daarom pleit GroenLinks – zoals in de afgelopen periode ook is gedaan - voor een eigen Haagsche lerarenopleiding. Een tussenoptie kan zijn dat, in samenwerking met bestaande pabo-opleidingen, de tweedegraads lerarenopleidingen in Amsterdam wordt gevraagd een Haagsche vestiging te openen.
Haagse universiteit. Voor GroenLinks is het een andere logische stap dat Den Haag een universiteit krijgt. In samenwerking met ondermeer de Haagse Hogeschool en the Institute of Social Studies kan een universiteit worden opgezet. Een universiteit die aansluit bij het profiel van Den Haag als internationale stad van vrede en veiligheid, met een internationaal diplomatiek en juridisch profiel (ambassades, internationaal strafhof, instituut Clingendael, Europol) en veel internationale en ontwikkelingsorganisaties. In 2014 moeten de eerste reguliere dagstudenten aan de Haagse universiteit kunnen beginnen.
Centrum voor Jeugd en Gezin in elk stadsdeel. GroenLinks pleit ervoor dat er een gelijke spreiding van centra komt over de stad. Dat betekent dat elk stadsdeel een ‘Centrum Jeugd en Gezin’ krijgt. In zo’n centrum werken het consultatiebureau, de jeugdzorg, de opvoedingsondersteuning en schoolarts samen.
Onderwijs, ouders en zorg. GroenLinks wil dat ook scholen en (jeugd)welzijnswerk betrokken worden bij de centra. Zo kan de samenhang tussen vormen van steun en zorg voor kinderen, ouders en scholen worden verbeterd. Professionals uit onderwijs, jeugdzorg en gezondheidszorg hebben makkelijk contact en toegang tot elkaar.