De Haagse partijen NIDA, ChristenUnie/SGP, GroenLinks en PvdA komen vandaag met een initiatiefvoorstel om op te komen voor de rechten van staatlozen in Den Haag. Sommige staatlozen met verblijfsrecht staan ten onrechte geregistreerd bij de gemeente als ‘nationaliteit onbekend’, waardoor ze niet kunnen reizen, trouwen en naturaliseren, terwijl ze die rechten volgens de Staatloosheidsverdragen wel hebben. De gemeente moet met een proactieve aanpak deze groep tegemoetkomen, vinden de partijen.

“Om van de status ‘nationaliteit onbekend’ af te komen en de status staatloos te krijgen, moet een staatloze nu zelf aantonen dat geen enkel land ter wereld hem of haar als onderdaan beschouwt”, zegt Cemil Yilmaz, fractievertegenwoordiger van NIDA. “Maar dat is een onmogelijke opgave, helemaal voor kinderen. Het kan zelfs zo zijn dat tweede generatie kinderen de status ‘nationaliteit onbekend’ hebben.

Daarom roepen we in het voorstel op om maximaal gebruik te gaan maken van de ruimte die de gemeente heeft om zélf de status vast te stellen.” ChristenUnie/SGP-fractievertegenwoordiger Koen van Haeften hoopt dat staatlozen door dit voorstel eindelijk uit het juridische niemandsland komen. “Zo kunnen ze zich in alle rust gaan bezighouden met hun plek in de samenleving en op de arbeidsmarkt, in plaats van met hun eindeloze tocht langs ambassades en autoriteiten. In een stad waar we omzien naar elkaar moeten we ook aan deze groep zekerheid bieden.”

GroenLinks-raadslid Serpil Ates vult aan: “Staatlozen voelen zich opgesloten, omdat de status hun geluk en vrijheid belemmert. We willen dat deze belemmeringen herkend en erkend worden.” Het past Den Haag, als stad van Vrede en Recht, om zich hard te maken voor deze groep, vindt PvdA-raadslid Mikal Tseggai. “We mogen deze groep niet langer laten wachten op goede regelgeving en moeten als gemeente alles doen wat we kunnen om hen te helpen.”

 

Vandaag is het voorstel aangeboden aan het stadsbestuur.