Gisteren sprak de gemeenteraad op initiatief van GroenLinks tijdens een werkbespreking met specialisten over mogelijke discriminatie door Haagse agenten, het zogenaamde ‘etnisch profileren'. Onlangs publiceerde de Universiteit Leiden een onderzoek waaruit zou blijken dat Hagenaars zich gediscrimineerd voelen door de politie, maar dat de feiten dat niet aantonen.

De politie en burgemeester Van Aartsen toonden zich tevreden over de uitkomsten van het onderzoek. Maar de specialisten die bij de werkbespreking aanwezig waren, waaronder een criminoloog, een emeritus hoogleraar en een jurist en onderzoeker van Amnesty International trekken de manier waarop de onderzoekers tot hun conclusies zijn gekomen in twijfel. Zij meenden dat de conclusies van het Leidse onderzoek daarom niet houdbaar zijn.

Fractievoorzitter Inge Vianen: “Na maandenlange discussie en onderzoek is nog steeds onduidelijk of de politie discrimineert of niet. Maar aan de verhalen in de stad te horen is het in elk geval belangrijk dat elke schijn van discriminatie door de politie wordt aangepakt.”

Volgende week spreekt de commissie opnieuw over etnisch profileren. GroenLinks doet dan een aantal voorstellen ter verbetering. De partij wil dat agenten voordat zij overgaan tot het staande houden van een persoon en om identificatie vragen, duidelijkheid geven over de reden van staande houden. Ook moet achteraf getoetst kunnen worden waarom een agent iemand heeft staande gehouden. Er moet een onafhankelijke en transparante klachtenprocedure in het leven worden geroepen en er komt, als het aan GroenLinks ligt, een plan van aanpak om de cultuur binnen het Haagse politieapparaat te veranderen. Tot slot vindt GroenLinks dat er in de Haagse stadsenquête, die jaarlijks bij 6000 Hagenaren wordt afgenomen, een vraag moet komen over ervaringen met discriminatie door Haagse agenten.

Zoals het er nu naar uitziet, spreekt de commissie aanstaande woensdagmiddag opnieuw over dit onderwerp.