De stad Den Haag speelde een belangrijke rol in de Nederlandse slavernijhandel. Ook zijn veel Hagenaars op een bepaalde manier verbonden met het koloniale verleden. Toch zijn weinigen zich bewust van de rol die Den Haag heeft gespeeld. Om hier verandering in te brengen, pleit GroenLinks voor aanvullend onderzoek naar de specifieke Haagse rol. Ook zijn, in navolging van minister Ollongren, excuses op zijn plaats voor de specifieke rol die Den Haag heeft gespeeld.

 

Den Haag kent omvangrijke gemeenschappen afkomstig uit de voormalige koloniën. Bovendien was Den Haag het administratieve centrum en zijn verschillende bekende plekken, zoals bijvoorbeeld het Mauritshuis, tot stand gekomen met geld dat verdiend is met de Trans-Atlantische slavenhandel. Toch wordt die historische binding van Den Haag met het kolonialisme nog te weinig benoemd. GroenLinksraadslid Serpil Ates wil daar verandering in brengen. Ates: “Voor een echt inclusieve stad waarin iedereen volwaardig meedoet, is een collectief geheugen over de gedeelde koloniale geschiedenis heel belangrijk. Het vertelt ons veel over wie wij zijn, hoe wij ons tot elkaar verhouden en waar stereotypes en ongelijkheden die er nu helaas nog zijn eigenlijk vandaan komen.”   Daarom wil Ates dat de gemeente in kaart brengt wat bekend is over de specifieke rol van Den Haag in het slavernijverleden en daar zo nodig aanvullend onderzoek bij doet. Ook roept het raadslid het college op om bij de volgende viering van Keti Koti of bij de onthulling van een eventueel slavernijmonument namens Den Haag officiële excuses aan te bieden over haar rol bij de slavernijhandel. “Dankzij een eerder aangenomen GroenLinksmotie wordt er al samen met gemeenschappen gekeken op welke manier we het slavernijverleden het best een plek kunnen geven in onze stad”, aldus Ates. “Daarmee zetten we als Den Haag natuurlijk al mooie eerste stappen, maar het biedt ook gelijk een goede gelegenheid om officieel excuses aan te bieden.