Op 31 mei jl. was er een demonstratie op het Buitenhof tegen de gewelddadige Israëlische actie op volle zee tegen een Turks hulpgoederenkonvooi op weg naar Gaza. Bij de demonstratie werd volgens meerdere bronnen hard door de Mobiele Eenheid opgetreden, zoals ook blijkt uit een open brief van oud-ambassadeur, Jan J. Wijenberg.

Volgens hem heeft de Mobiele Eenheid (ME) tijdens de vreedzame demonstratie rake klappen uitgedeeld aan demonstranten, journalisten en toevallige voorbijgangers, waardoor een demonstrant zelfs een gebroken arm heeft opgelopen. Plaatsvervangend korpschef Haaglanden Frank Paauw ontkende later dat er iemand gewond is geraakt.

 

GroenLinks ziet heeft hierover vragen gesteld aan het college van B&W. Zijn er nu wel of niet gewonden gevallen? Was de ME-charge inderdaad nodig, zoals Paauw stelt? Verder ziet de partij aankomen dat buitensporige gedrag van een individuele ME’er er nog eens toe zal leiden dat een demonstratie onnodig uit de hand loopt. Heleen Weening: “We zijn er al langer voorstander van om het mogelijk te maken dat je individuele ME’ers achteraf op hun gedrag aanspreekt. Ook de Nationale Ombudsman vindt het nodig dat individuele ME’ers op een of andere manier herkenbaar zijn. Wil het college naar mogelijkheden zoeken die ook veilig zijn voor de ME-er?”

 

GroenLinks maakt zich daarnaast zorgen over de wijze waarop de risicoanalyse van de politie tot stand komt. “Bij vreedzame demonstraties moet zeker in Den Haag als Internationale stad van Recht en Vrede zorgvuldig opgetreden worden,” zegt Weening. “We vragen ons af op welke manier een risicoanalyse wordt gemaakt bij dit soort demonstraties en hoe dat in dit geval ging. En wat is de relatie tussen deze analyse en de instructies aan de ME-ers?”