Afgelopen woensdag sprak de commissie samenleving over Taal in de Buurt. GroenLinks heeft stevige kritiek op het beleid zoals dat nu door het college gevoerd wordt.

Om mee te kunnen doen in de Haagse samenleving is het verstaan en spreken van de Nederlandse taal heel belangrijk. Er zijn in Den Haag 65.000 mensen die onvoldoende Nederlands spreken. Hiervan worden er 2.000 bereikt door Taal in de Buurt, een initiatief van zelforganisaties in de Haagse wijken. Uit onderzoek blijkt dat dit type taalonderwijs beter georganiseerd kan worden.   Wethouder Baldewsingh wil Taal in de Buurt daarom op een andere manier inrichten, bij de manier waarop heeft fractievertegenwoordiger Mariet Herlé grote vraagtekens: “Deze wethouder is bezig het kind met het badwater weg te gooien,” aldus Herlé. “Organisaties stoppen nu al met hun activiteiten, terwijl de nieuwe structuur er nog niet staat.“

Daarbij stelt zij vast dat de Raad geen overzicht heeft over het geheel van taalachterstanden. Andere initiatieven (zoals Taal aan Zee) en ook de rest van het beleid valt onder de wethouder Onderwijs. “Laat al het taalonderwijs onder dezelfde wethouder vallen. Onderwijs is een vak, onderwijsbeleid ontwikkelen ook!”.