Op 1 januari 2009 is het landelijke Jeugdcultuurfonds van start gegaan. In Venlo komt het eerste lokale Jeugdcultuurfonds, daarna volgen Rotterdam, Eindhoven en Den Bosch. Met een bijdrage uit het fonds kunnen kinderen van 4 tot en met 18 jaar bijvoorbeeld lessen volgen aan een muziekschool of lid worden van een toneelclub. Dit geldt voor kinderen van wie de ouders of verzorgers leven van een uitkering op bijstandsniveau zonder andere financieringsmogelijkheden. Net als bij het Jeugdsportfonds komen de aanvragen van professionals die met kinderen werken en gaat het geld rechtstreeks naar de instellingen of personen die de kunsteducatie verzorgen.
GroenLinks ziet kunstbeoefening als waardevol voor de persoonlijke en creatieve ontwikkeling van kinderen. Kinderen hebben geen enkele invloed op de inkomenspositie van hun ouders. Daarom is het belangrijk dat ook Haagse kinderen de kansen kunnen krijgen die het Jeugdcultuurfonds kan bieden.
Arnoud Boer en David Rietveld hebben de volgende vragen aan het college gesteld:
1) Is het college bekend met het Jeugdcultuurfonds dat op 1 januari 2009 van start is gegaan?
Artikel 31 van de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties spreekt van "het stimuleren en het bieden van passende en voor ieder gelijke kansen op culturele, artistieke en recreatieve bezigheden en vrijetijdsbesteding".
2) Is het college met GroenLinks van mening dat kinderen volop kansen verdienen om zich positief te ontwikkelen, ook op het gebied van kunst en cultuur?
3) Is het college met GroenLinks van mening dat een lokaal Jeugdcultuurfonds een belangrijke bijdrage kan leveren aan de culturele ontwikkeling en zelfontplooiing van Haagse kinderen in achterstandssituaties? Zo nee, waarom niet?
4) Is het college voornemens om, in navolging van Venlo, een lokaal Jeugdcultuurfonds op te richten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?