In de zomer van 2007 stelden GroenLinks en de VVD vragen over de milieuvriendelijkheid van de dienstauto's waarin het college van B&W zich vervoert. De huidige auto's bleken, in tegenstelling tot wat de leverancier had aangegeven, niet in een milieuvriendelijke aardgas-variant beschikbaar te komen. Op de vragen van GroenLinks en VVD werd toen aangegeven dat rijden in een andere, milieuvriendelijkere auto niet mogelijk was i.v.m. met het reeds afgesloten leasecontract.

Op de vragen van GroenLinks en VVD werd toen aangegeven dat rijden in een andere, milieuvriendelijkere auto niet mogelijk was i.v.m. met het reeds afgesloten leasecontract. Het college gaf in 2007 aan over te stappen op milieu-vriendelijkere auto’s op het moment dat de leasecontracten van de huidige dienstauto’s zouden verlopen. VVD en GroenLinks zien graag dat het college het goede voorbeeld geeft. Sinds 2006 rijdt het college van B&W om boven-genoemde redenen helaas in dienstauto’s zonder aardgasmotor. In de markt voor zakelijke auto’s leveren diverse merken al langere tijd modellen mèt aardgasmotor, waaronder Mercedes Benz. Ook zijn er diverse auto’s met hybridemotor beschikbaar, zoals de Honda Civic Hybrid en Toyota Prius. VVD en GroenLinks zouden graag zien dat het college deze zomer auto’s mèt aardgas, hybride of schone dieselmotor gaat leasen.

De twee fracties hebben op hun vragen de volgende antwoorden van het college gekregen:


 


1. Klopt het dat de leasecontracten van de dienstauto’s van het college van B&W deze zomer aflopen? Zo nee, wanneer wel?

 

Nee. De leasetermijn van de drie wethoudersauto’s loopt af op 22 oktober 2009 en van de burgemeestersauto op 1 september 2011.

 

2. Is het college met ons van mening dat hij het goede voorbeeld moet geven door zich in dienstauto’s mèt aardgas, hybride of schone dieselmotor te vervoeren? Zo nee, waarom niet?

Ja.

3. Is het college bereid de meest milieuvriendelijke auto in zijn klasse uit te kiezen als nieuwe dienstauto? Zo nee, waarom niet?

Ja.

4. Vanaf wanneer zal het college als echte milieuambassadeur in deze milieuvriendelijkere dienstauto’s rijden?

Per de onder 1. genoemde data zullen de nieuwe auto’s worden besteld binnen het raamcontract “Lease materieelpark gemeente Den Haag”, waarvan de aanbesteding op 12 januari 2009 heeft plaatsgevonden. Zie hiervoor de brief van wethouder VBM aan de commissie VML van 17 februari 2009 (RIS 161563).

Om invulling te geven aan de voorbeeldfunctie van het gemeentelijke wagenpark heeft het college op 31 januari 2006 besloten dat ieder gemeentelijk dienstvoertuig dat vanaf heden door koop of lease in gebruik genomen wordt, geschikt moet zijn voor het rijden op aardgas (RIS 135124). Dit is dan ook uitgangspunt in het aanbestedingsbestek. Daarnaast wordt gestreefd naar de hoogste euroklasse en het laagste energielabel. Bijzonder in dit bestek is de bepaling dat mocht binnen de looptijd van het contract blijken dat er een praktischer en/of goedkoper alternatief voorhanden komt of is, de gemeente dan een voorstel hiervoor ontvangt in de vorm van een aanbod van de leverancier. Bovendien zal de leverancier iedere keer dat komt vast te staan dat een aandrijving op aardgas geen optie is, zelf de op dat moment voorhanden zijnde milieuvriendelijkste alternatieven moeten aanbieden. Hiermee wordt voorkomen dat nieuwe ontwikkelingen in de ijskast moeten tot het contract is afgelopen. De aanbesteding van het raamleasecontract heeft op 12 januari 2009 plaatsgevonden. Uit de diverse aanbiedingen is LeasePlan geselecteerd als leverancier. Een dezer dagen zal het contract worden gesloten.

Wij hebben het Intern Dienstencentrum (IDC) verzocht om binnen dit contract wethoudersauto’s te bestellen die geschikt zijn voor het rijden op aardgas en als deze niet beschikbaar zijn in dit segment auto’s die het energielabel A voeren.

5. Hoeveel van de 350 dienstvoertuigen van de gemeente Den Haag rijden inmiddels op aardgas? En hoeveel zijn dat er eind 2009?

Het leasecontract heeft als doel binnen de gestelde eisen in de algehele gemeentelijke mobiliteitsbehoefte te voorzien. Diensten bepalen zelf welke soorten en hoeveelheden voertuigen binnen dat contract worden afgenomen; het college bepaalt dit voor het collegevervoer. Met de oprichting van het IDC is het gemakkelijker dan voorheen complete feitelijke informatie te verstrekken, mede omdat er nu van een raamcontract sprake is waar er voorheen meerdere waren.

Daarom kunnen wij u meedelen dat er volgens de laatste telling (november 2008) 575 voertuigen in gebruik zijn. Hiervan rijden er 71 op aardgas en 6 volledig elektrisch.