Op internationale vrouwendag hebben alle vrouwen in de Haagse gemeenteraad gezamenlijk het initiatief genomen voor een onderzoek naar de effecten op de emancipatie van vrouwen bij de invoering van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). De vrouwen verzoeken de rekenkamercommissie deze opdracht te betrekken bij hun huidige onderzoek naar de gevolgen van de Wmo. Dit initiatief wordt de komende weken verder uitgewerkt en op 28 maart aangeboden aan de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO).

In de Wmo wordt nadrukkelijk een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van mensen om voor elkaar te zorgen en op de ´civil society´. Gezien de historisch gegroeide informele zorgstructuur, waarbij vrouwen zowel in mantelzorg, bij vrijwillige zorgverlening en in de arbeidsverdeling in huishoudens ongeveer tweemaal zoveel zorgtaken voor hun rekening nemen als mannen, is de verwachting dat vooral vrouwen meer ruimte zullen moeten maken voor mantelzorg. Zij zijn vaker dan mannen de eerst aangewezene om mantelzorg op zich te nemen, omdat zij vaker in deeltijd werken, doorgaans minder verdienen dan mannen, een meer centrale positie in sociale netwerken innemen en de verwachtingen ten aanzien van hun zorgzaamheid groter zijn.

Als vrouwen zich meer aangesproken voelen door het beroep op eigen verantwoordelijkheid voor zorgtaken in de informele sfeer zal het percentage vrouwen dat participeert in betaalde arbeid en economisch zelfstandig is door de invoering van de Wmo verder achterblijven bij de doelstellingen van het Nederlandse emancipatiebeleid dan nu reeds het geval is. Volgens deze doelstellingen van het ministerie van SZW moet in 2010 65 procent van de vrouwen tussen 15 en 64 jaar een (betaalde) baan hebben van 12 uur per week of meer. Dit percentage ligt nu op zo’n 54 procent.

Gemeenteraadsleden Bircan Bozbey (GroenLinks), Hedwig Vos (PvdA) en Marjolein de Jong (D66): “Er zijn specifieke groepen vrouwen die door de Wmo extra risico lopen dat hun arbeidsparticipatie en hun economische zelfstandigheid in de knel komen. Denk bijvoorbeeld aan hoogopgeleide vrouwen die voor de keus komen te staan om in deeltijd te gaan werken in combinatie met zorgtaken of aan allochtone vrouwen waar het uitgangspunt dat zorg in eigen kring door (schoon)dochters wordt opgelost versterkt zal worden. Deze effecten moeten goed onderzocht worden en er moet gekeken worden welke maatregelen door de gemeente genomen kunnen worden om deze vrouwen te ondersteunen.”