Het college heeft positief gereageerd op de suggestie van GroenLinks fractielid Arnoud Boer om gebruik te maken van een stimuleringsregeling van het Rijk voor kleinschalig wonen voor dementerende ouderen.

Boer heeft het college onlangs gevraagd om de kleinschalige zorgvoorzieningen actief te bevorderen.
Boer: “Door de rustige sfeer van kleinschalige voorzieningen is het prettig wonen voor demente mensen. Verder zijn bewoners zelfstandiger in dagelijkse handelingen als eten, drinken, zich verplaatsen en persoonlijke hygiëne en zijn ze meer sociaal betrokken waardoor de kans op vereenzaming kleiner is. Het college deelt mijn mening dat ook in Den Haag dergelijke kleine voorzieningen moeten worden gestimuleerd.”

Uit de beantwoording van de vragen van GroenLinks blijkt dat de gemeente al in overleg is met zorginstellingen om te kijken waar kleinschalige woonvormen mogelijk zijn en of de rijkssubsidie daarbij een positieve rol kan spelen.

Met de stimuleringsregeling wil de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een extra impuls geven aan het kleinschalig wonen voor demente ouderen. Voor de uitvoering van de regeling is in 2009 20 miljoen euro en voor 2010 en 2011 30 miljoen beschikbaar.

De volledige vragen met beantwoording:

 

1. Is het college bekend met het voornemen van het kabinet om 80 miljoen euro te steken

in kleinschalige woonvormen voor dementerende ouderen?

Het college is op de hoogte van de beleidsbrief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 januari 2009 aangaande het stimuleren van kleinschalig wonen voor mensen met dementie. In deze brief wordt melding gemaakt van een stimuleringsregeling waarmee een extra impuls kan worden gegeven aan zorginstellingen die de omslag van grootschalig naar kleinschalig willen realiseren. Voor de uitvoering van de regeling is in 2009 € 20 miljoen beschikbaar en in de jaren 2010 en 2011 € 30 miljoen.


2. Is het college met GroenLinks van mening dat, gezien de positieve ervaringen, kleinschalige

woonvormen voor dementerende ouderen zoveel mogelijk op wijkniveau beschikbaar moeten

komen? Zo nee, waarom niet?

Het college deelt het principe dat kleinschalige woonvoorzieningen voor dementerende ouderen, waar mogelijk op wijkniveau, beschikbaar moeten komen. Voordeel daarvan is dat mantelzorger(s), de familie en bekenden de band met de dementerende oudere beter in stand kunnen houden. Voorwaarde is wel dat deze woonvoorzieningen deel gaan uitmaken van een voorzieningenketen van wonen, welzijn en zorg en dat voor de cliënt in de nabijheid een passend zorgaanbod beschikbaar is. In de Nota ‘Oud en wijs genoeg’ komt het belang van goede zorg en ondersteuning voor zelfstandig wonende dementerende ouderen nadrukkelijk aan de orde. Als doelstelling is opgenomen dat dementerende en demente senioren zorg op maat krijgen vanuit een zorgketen waarvan de schakels elkaar aanvullen en versterken. Deze doelstelling wordt samen met partners in de stad uitgewerkt. Onderdeel van die zorgketen is een signaleringsoverleg per stadsdeel waar een werktafel maatschappelijke steunsystemen voor thuiswonende dementerende ouderen deel van uit kan maken.


3. Ziet het college, in het licht van de stimuleringsregeling van het kabinet, mogelijkheden om

kleinschalig wonen voor dementerende ouderen actief te bevorderen? En zo ja, is het college

bereid hierin een actieve rol te spelen? Zo nee, waarom niet?

Het college ziet daartoe mogelijkheden. Veel zorginstellingen voldoen niet meer aan de eisen van de geldende oppervlaktenorm. Daarnaast leidt de invoering van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) ertoe dat gebouwgebonden kosten bij leegstand niet meer aan de instelling worden vergoed. Hierdoor worden instellingen gedwongen om hun gebouwen aan te passen of te slopen. Deze ontwikkeling biedt kansen in de richting van kleinschalige op-maat-woonvormen voor dementerende ouderen. De beperkte stimuleringsregeling van het Rijk kan hierbij als katalysator werken. Wij zijn al in gesprek met zorginstellingen om hun plannen in kaart te brengen en na te gaan welke knelpunten zij tegenkomen bij de vernieuwing die zij nastreven. Wij zullen hierbij nagaan of een beroep op de rijksmiddelen mogelijk is.

 <-->