Om de Utrechtsebaan te ontlasten is het de bedoeling een Rotterdamsebaan aan te leggen. Daarvoor is een verbreding van de Neherkade noodzakelijk. Onlangs is de fractie van GroenLinks ter ore gekomen dat de verbreding van de Neherkade lastig is te realiseren, omdat die gepaard gaat met een versmalling van de Laak die weer tot gevolg heeft dat het boezemwater van het afwateringsysteem van Delfland zal stijgen. Hierdoor stijgt de stroomsnelheid van het water.

Dit heeft vrijwel zeker negatieve consequenties voor de afwatering via onder andere het gemaal bij Scheveningen met mogelijk wateroverlast voor gebieden als Ypenburg tot gevolg.

De verbreding van de Neherkade is een essentieel onderdeel van de Rotterdamsebaan en de verkeersafwikkeling richting de stad. GroenLinks is kritisch op de aanleg van de Rotterdamsebaan omdat het steeds minder een oplossing lijkt voor de problemen van het verkeer dat Den Haag binnen wil komen. Zonder een goede ontsluiting is de Rotterdamsebaan gedoemd een tweede Utrechtsebaan te worden.

Heleen Weening heeft het college de volgende vragen gesteld:

1. Klopt het dat de verbreding van de Neherkade niet kan worden uitgevoerd zonder dat het boezemwater van Delfland door de stijging van het water te snel gaat stromen?

2. Wat zijn de precieze gevolgen zijn voor het afwateringsysteem, het gemaal bij Scheveningen en nieuwbouwwijken zoals Ypenburg als het waterpeil verder stijgt door een verdere versmalling van de Laak?

3. Wat is het standpunt van het Hoogheemraadschap omtrent de verbreding van de Neherkade in relatie tot de Rotterdamsebaan? En welke rol speelt het Hoogheemraadschap bij de besluitvorming over de Rotterdamsebaan?

4. Als de verbreding van de Neherkade niet door kan gaan, wat zijn dan de gevolgen voor de afvoer van het verkeer van de Rotterdamsebaan?