GroenLinks raadslid Inge Vianen heeft samen met haar collega's uit Rotterdam en de Tweede Kamer een opinieartikel in het Financieel Dagblad geschreven. Hierin stellen zij dat banken een morele verplichting hebben om bij te dragen aan de schuldenreductie van Vestia.

In de strijd die is losgebarsten tussen woningcorporatie Vestia en de banken lijken we te zijn beland in de omgekeerde wereld. De banken werden vier jaar geleden gered door belastingcenten die grotendeels afkomstig waren van Nederlandse burgers. Maar nu geven banken niet thuis als diezelfde burger in de problemen komt. Hij is immers de huurder van Vestia s sociale woningen.

Vestia, met 90.000 sociale huurwoningen in Den Haag en Rotterdam, moet met de banken onderhandelen over de grote financiële problemen waarin de corporatie verstrikt is geraakt. Oorzaak van die problemen zijn de ondeugdelijke financiële constructies die door een aantal banken zijn aangesmeerd aan Vestia. Wetende dat de woningcorporatie een groot maatschappelijk belang dient, verzaakten de banken toch hun zorgplicht en waren ze slechts uit op dikke winsten.

De problemen die daardoor optraden bij Vestia hebben vooral grote gevolgen voor huishoudens die op en onder het modaal inkomen zitten en die afhankelijk zijn van sociale woningbouw. Nu al is bekend dat de huren flink omhooggaan en dat het aantal woningen voor de allerarmste mensen wordt gehalveerd. Renovaties worden niet meer uitgevoerd en projecten in achterstandswijken vinden geen doorgang, zodat verloedering van buurten dreigt. Er worden 15.000 sociale woningen verkocht, waardoor het aanbod aan sociale woningen sterk daalt en de wachtlijsten groeien.

Het is gerechtvaardigd om de conclusie te trekken dat huishoudens die onder of op het modale inkomen zitten, het meest te lijden hebben van de ontstane situatie.

Om te voorkomen dat de corporatie omvalt, hebben de minister en Vestia de banken om een schuldreductie van 33% verzocht. Een schatting is dat dat de gezamenlijke banken ongeveer 700 mln zal kosten. Dat verzoek is zeer bescheiden. Niet alleen gezien het maatschappelijk belang dat gepaard gaat met het redden van Vestia, maar zeker ook gezien het verleden van een aantal banken en de morele schuld die zij in te lossen hebben jegens de Nederlandse bevolking en de minder draagkrachtige groepen daarbinnen.

Grote Nederlandse banken kwamen immers nog maar een paar jaar geleden in zware financiële problemen door hun riskante beleggingen. Die banken kregen voor tientallen miljarden euro s aan kapitaalinjecties van het Rijk. Alleen al 30 mrd ging naar ABN-Amro en 32 mrd naar ING. Dat geld van het Rijk kwam natuurlijk uit de zakken van de Nederlandse bevolking: uit die van de welgestelde mensen, maar vooral uit die van de modale belastingbetaler.

Het is nu vier jaar later. Jan Modaal en de banken staan weer tegenover elkaar, maar dit keer zijn de rollen omgekeerd. Het bedrag dat Vestia vraagt van de banken is zeer bescheiden vergeleken met wat de banken vier jaar geleden kregen. De banken zouden er goed aan doen om het verzoek zonder al te veel drama in te willigen. Alleen op die manier laten ze zien dat ze bereid zijn hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.

Inge Vianen (raadslid GroenLinks Den Haag)
Judith Bokhove (raadslid GroenLinks Rotterdam)
Linda Voortman (lid Tweede Kamer GroenLinks)