Alweer de derde ronde van het debat tussen David Rietveld (GroenLinks)en Martin Wörsdörfer (VVD) op www.hofstijl.nl. Dit keer luidt de stelling: Den Haag moet actief ingrijpen, willen haar kernplekken door toenemende leegstand niet verder verloederen.
David reageert als eerste op de stelling:
De stelling van deze maand is door moderator Marco niet echt neutraal geformuleerd. Voordat ik wat nuances ga plaatsen, is het goed om te zeggen dat ik het gewoon eens ben met de stelling. Dan hebben we die duidelijkheid meteen maar gehad.
In de toelichtende tekst wordt gewezen naar plekken rondom het Spui. Dat is een heel specifiek probleem. De hoek van het Spui en de Kalvermarkt staat al jaren op de nominatie voor herontwikkeling. Ik ben er niet helemaal in thuis – het is mijn ‘portefeuille’ niet zoals dat heet – maar ik geloof dat het ook nog wel even kan duren. Het laatste écht concrete plan wat ik heb gezien voor deze plek was het Nationaal Historisch Museum. Dat ging naar Arnhem, en is door dit kabinet trouwens helemaal afgeschreven. Daarna is nog gepoogd het Huis voor Democratie en Rechtstaat er gevestigd te krijgen, maar daar is ook geen geld meer voor. Laten we voor de rest van de discussie er maar even vanuit gaan dat dit kabinet zowel de nationale historie áls democratie en rechtstaat van belang vindt, maar aan het Spui zal het nog wel even tobben blijven.
Leegstand is de decennialang een thema, maar de laatste jaren en maanden wat meer in de belangstelling. Dat heeft natuurlijk te maken met de ‘wet kraken en leegstand‘, die eind vorig jaar in werking is getreden. Dat ging niet zonder slag of stoot. Hier in Den Haag werd kort daarvoor nog het Astagebouw ‘gekraakt’, met de bedoeling er een culturele invulling aan te geven. Ik vond dat wel een goed idee – zeker om het zoals gezegd toch al tobben is aan het Spui.
De Astakraak had ook een duidelijke politieke boodschap: geef creatieven de ruimte, en gebruik leegstaande panden om dat (tijdelijk) te doen. Dat is meteen ook iets wat vanuit de historie vaak gebeurd is. Zonder ‘kraken’ hadden we geen Paard gehad en was Korzo er niet geweest, om maar wat te noemen. Ik kan me niet voorstellen dat er iemand is die het jammer vindt dat we deze podia nu hebben. toch is de laatste jaren ‘kraken’ voor sommige partijen een speerpunt geworden, en dan vooral in negatieve zin. Dat heeft uiteindelijk geleid tot de wet die er nu is. Kort gezegd: kraken is verboden en wordt volgens het regeerakkoord zelfs ‘prioritair‘ gehandhaafd, de gemeenten krijgen de mogelijkheid om een ‘leegstandsverordening’ op te stellen.
Den Haag heeft er nu voor gekozen om dat niet te doen, maar om de strategie van ‘verleiden’ te gebruiken. Kort gezegd: met ontwikkelaars en eigenaren om de tafel met een kopje koffie en kijken of ze misschien wat willen. Ik vind dat wel iets te slap. De gemeente Amsterdam pakt het wat dat betreft een stuk resoluter aan. Leegstand is nog wat anders dan verkrotting overigens, want op dat punt heeft de gemeente Den Haag al een redelijk actief beleid: eigenaren worden aangeschreven en zijn dan verplicht panden op te knappen. Dat in reactie op het verloederingsdeel van de stelling.
Ik vind het jammer dat met de wet kraken en leegstand het kind met het badwater wordt weggegooid. Je zult mij niet horen zeggen dat kraken een recht is, en dat alle kraakpanden een wervelend succes zijn. Ik vind wel dat de praktijk zoals die was gegroeid in zekere mate zorgde voor enig besef van urgentie af en toe. Dat zal minder worden. De rol van de gemeente blijft dus – in Den Haag – vooralsnog ook beperkt. In dit verband is het ook ‘aardig’ om te vermelden dat een plan – dat mede op mijn aandringen gestalte kreeg – om vanuit de gemeente een stichting op te richten om leegstand te benutten voor culturele instellingen en initiatieven door dit college ook in de prullenbak is gegooid. Per saldo ben ik bang dat de noodkreet van Marco – verpakt in een stelling – dus nog even te horen zal zijn.