Onlangs is het initiatief ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ in de openbaarheid gekomen. Een groep bezorgde burgers zet vraagtekens bij de noodzaak van het gebruik van stemcomputers en heeft – zoals de naam van het initiatief al zegt – grote twijfels bij de controleerbaarheid.

Zelfs de geringste twijfel rondom proces het van verkiezingen is aanleiding voor ongerustheid, en twijfels over de controleerbaarheid van de uitslag in het bijzonder.

GroenLinks stelt daarom het college de volgende vragen:

1.Op welke wijze kan een verkiezingsuitslag verkregen met stemcomputers worden gecontroleerd?

2.Zijn leden van het stemburo in staat om stemcomputers en de daarop geïnstalleerde software te controleren? Zo ja, op welke wijze geschiedt dat?

3.‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ wijst er op dat voor optimale controleerbaarheid een ‘Paper Trail’ noodzakelijk is. Onderschrijft het College deze zienswijze? Zo nee, waarom niet?

4.‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ beweert op haar website (www.wijvertrouwenstemcomputersniet.nl/FAQ) dat het stemmen per computer duurder is dan het stemmen met biljetten. Klopt deze bewering? Kan het College aangeven wat de kosten zijn van het stemmen per computer en met biljetten?

5.Volgens ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’  zijn stemcomputers ‘op zijn best een problematische non-oplossing van een non-probleem.’ Hoe beoordeelt het College deze opvatting?

6.Gesteld dat in Den Haag de wens bestaat de controleerbaarheid van de verkiezingsuitslag te vergroten, hoe zou aan die wens gehoor kunnen worden gegeven?

David Rietveld