In de avond van 24 mei organiseerde GroenLinks Den Haag een bijeenkomst over Tiny Houses. Tiny Houses zijn kleine mobiele huisje, gemaakt van duurzame materialen, die zelfvoorzienend zijn. GroenLinks wilde met de avond meer te weten komen over Tiny Houses, nadenken over in hoeverre er ruimte voor is in Den Haag en de Tiny Houses-beweging vragen of ze politieke steun kunnen gebruiken. 

Door Martijn Schackmann, webredactie GroenLicht

Tiny Houses zijn een kleine rage, dat blijkt wel uit de grote opkomst deze avond. Bij een handopsteking blijkt dat enkele tientallen van de meer dan honderd aanwezigen ook echt interesse heeft in het bouwen en bewonen van een Tiny House.

Tijdens het eerste deel van de avond vertelt Marjolein Jonker, samen met Monique van Orden, beiden van Tiny House Nederland, over haar ervaringen bij het bouwen van haar eerste officiële Tiny House in Nederland. Het gaat over praktisch zaken, dus lacht Marjolein als de poepvraag gesteld wordt, zoals altijd bij dit soort bijeenkomsten; Marjoleins huisje is off-grid en dus niet aangesloten op het riool. En het gaat over overheden, waarmee je te maken krijgt als je een Tiny House ergens wilt neerzetten. Of je een Tiny House in een gemeente mag neerzetten, hangt mede af van of je de sympathie hebt van bijvoorbeeld een wethouder. Het praktische en de overheidsbureaucratie komen samen in het postadres: Marjolein hoeft dat als eerst niet te hebben; ze wordt geregistreerd op het adres van haar Tiny House.

Vanuit het publiek vertelt Michiel Cohen waarom, volgens hem, recreatiehuisjes (vakantiehuisjes) niet gebruikt mogen worden als Tiny House, waarom je er, anders gezegd, niet mag overnachten: je moet traceerbaar zijn voor een verouderd systeem. Monique licht toe dat het uiteindelijk altijd gaat over bestemmingsplannen: recreatiehuisjes bevinden zich in een gebied dat is bestemd voor recreatie, en niet wonen.

Nu de avond meer politiek wordt, komt Arjen Kapteijns, fractievoorzitter GroenLinks Den Haag, samen met de beleidsmedewerker van de fractie, Frederique Leunenberg, naar voren. Arjen vertelt dat het gemeentebestuur de ambitie heeft de stad in bewonersaantal te laten groeien. Los van de vraag van of je dat inderdaad moet willen, vraagt Arjen zich af of die groei wellicht ook opgevangen kan worden met Tiny Houses. Arjen wil het publiek vragen voorleggen als: is Den Haag geschikt voor Tiny Houses, wil je ze bijvoorbeeld in de duinen en andere kwetsbare natuurbieden, of wil je ze liever in de stad? En wat zijn de doelgroepen voor Tiny Houses: jonge mensen, ZZP'ers, mensen die moeilijk een hypotheek kunnen krijgen, wellicht statushouders? Hoe dan ook wil Arjen politiek aan de slag met de Tiny Houses.

Vanuit het publiek reageert Monique Poyck, zij komt uit Delft en heeft zich ook in Den Haag georiënteerd op de mogelijkheden voor Tiny Houses. Zo is ze onder andere terecht gekomen bij de verkavelingswinkel van de gemeente. Daar gaat het echter vooral om grote kavels, voor dure woningen. Arjen reageert dat hij vindt dat er meer mogelijkheden geboden moeten worden bij uitgifte van kavels.

Monique licht haar situatie verder toe: ze bezit nu een huis van honderd vierkante meter, is vrijgezel en van plan dat nog wel even te blijven. Ze wil gewoon goedkoper wonen, maar daar zijn zo weinig mogelijkheden toe. Ze verdient net te veel voor huursubsidie. Ze staat open voor verschillende vormen van goedkoper wonen, ook bijvoorbeeld in woongemeenschappen. Een andere aanwezige legt uit dat dat ze een 55+ woongemeenschap probeert te starten, maar dat het ambtenarenapparaat vooral lijkt tegen te werken.

Een andere mevrouw vertelt dat ze vrijwillig stervensbegeleiding biedt in een hospice. Ze zou stervenden graag opvangen in een Tiny House in haar eigen grote tuin, opdat die daarvan kunnen genieten. Ze krijgt daarvoor echter geen vergunning omdat het gaat om beschermd stadsgezicht. Een mantelzorgwoning mag daarbij alleen op naam gezet worden van de persoon die verzorgd wordt en na overlijden niet meer bewoond worden. Het laatste probleem is dat het alleen mantelzorg betreft, als deze wordt geboden aan iemand uit de directe sociale omgeving. De wet werkt dus niet mee. De spreekster vindt dat extra frustrerend omdat ze wel aan alle mogelijke bezwaren tegemoet wil komen: het huisje zou tegen een blinde komen, het ziet er mooi uit de en buren hebben geen bezwaar.

Iemand vraagt waarom je een Tiny House, of een gemeenschap van Tiny Houses, niet zelf kunt realiseren: waarom wil de gemeente vooral werken met projectontwikkelaars?

Arjen vertelt dat er nog geen beleid is voor Tiny Houses. Hij vindt echter dat dit soort initiatieven een kans verdienen. Hij roept iedereen daarom op contact op te nemen met GroenLinks Den Haag als men vastloopt bij de gemeente. Marjolein vult aan dat politiek en een beweging als Tiny Houses elkaar nodig hebben om vooruit te komen.