In het artikel “Haagse wethouder vreest ‘nieuw migrantendrama’” van Trouw van vandaag is te lezen dat de gemeente Den Haag vindt dat werknemers uit Oost-Europa verplicht moeten inburgeren. Wethouder Norder lanceert dit idee om taalachterstanden bij kinderen van migranten uit Oost-Europa te voorkomen. GroenLinks vindt het belangrijk om naast het benoemen van risico’s op het gebied van integratie ook realistische en praktische oplossingen te bieden.
Onderdanen van de Europese Unie vallen door de Europese regels over het vrije verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie niet onder de verplichte inburgering genoemd in de Wet inburgering. Dit wil echter niet zeggen dat er geen inburgeringsmogelijkheden kunnen worden aangeboden aan EU-burgers.
Arnoud Boer heeft het college de volgende vragen gesteld:
- Is het college met GroenLinks van mening dat, gezien het bovenstaande, een pleidooi voor verplichte inburgering voor EU-burgers weinig zinvol is? Zo nee, waarom niet?
- Is het college met GroenLinks van mening dat het, gezien het bovenstaande, zinvoller is om migranten uit Oost-Europa die in Den Haag wonen in staat te stellen op vrijwillige basis een inburgeringscursus te volgen, die met name gericht is op het verwerven van taalkennis? Zo nee, waarom niet?
- Is het college bereid om, in navolging van Rotterdam, te proberen meer Oost-Europese migranten te bewegen een vrijwillige inburgeringscursus te volgen in plaats van een pleidooi voor verplichte inburgering? Zo ja, op welke wijze gaat het college dit doen? Zo nee, waarom niet?
- Hoe groot is de vraag naar vrijwillige inburgering op dit moment in Den Haag?
- Is het aanbod voor vrijwillige inburgering toereikend om een eventuele toename van het aantal vrijwillige Oost-Europese inburgeraars op te vangen? Zo nee, wat gaat het college doen om het aanbod te vergroten?
- Is het college met GroenLinks van mening dat een kwalificatie als het ‘openzetten van sluizen met overlast als effect’ weinig helpt om het wederzijdse begrip tussen Nederlanders en Oost-Europese arbeidsmigranten te verbeteren en in de woorden van het college een ‘nieuw migrantendrama’ te voorkomen? Zo nee, waarom niet?