Met genoegen hebben wij kennisgenomen van het feit dat de Gemeente aandacht en financiële steun verleent aan experimentele kunst op ongebruikelijke locaties, zoals het 'Broedplaatsen / Ground One-festival'.
In de voorbereiding blijken er echter wat zaken niet helemaal gladjes verlopen te zijn, zodat onderdelen van dit festival te elfder ure verplaatst, of zelfs afgelast moesten worden.

Ten einde te leren van dit soort ervaringen om toekomstige activiteiten in dit genre de ruimte te geven heeft GroenLinks, samen met PvdA, D66 en de Haagse Stadspartij, een aantal vragen aan het College gesteld:

  1. Bent u bekend met het feit dat onderdelen van het festival 'Ground One' die in DCR (De Constant Rebecqueplein 20b en De Garage( Zuidwal 52b), vlak voor de aanvang van het festival op last van de brandweer geen doorgang konden vinden? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
  1. Ook festivalonderdelen in De Vloek (Hellingweg 127) konden te elfder ure geen doorgang vinden. Klopt het dat hier geen sprake was van bezwaar van de brandweer? Zo ja, kunt u aangeven wat de reden was om ook op deze locatie de vergunning te weigeren?
  1. Klopt het dat (sommige van) deze festivalonderdelen een locatiegebonden projectsubsidie in het kader van het stimuleren van experimentele cultuur op ongebruikelijke locaties ontvangen?
  1. Is er sprake geweest van contact tussen de afdeling Cultuur en de brandweer bij het verstrekken van locatiegebonden projectsubsidie? Zo ja, waarom is niet van tevoren beoordeeld of en op welke voorwaarden een culturele activiteit in de genoemde panden kon plaatsvinden?
  1. Bent u het met ons eens dat er in het vervolg sprake moet zijn van een beter gecoördineerd optreden van de Gemeente? Zo ja, op welke wijze bent u voornemens deze coördinatie vorm te geven? Zo nee, waarom niet?
  1. Bent u met ons van mening dat het bevorderen van experimentele cultuur op ongebruikelijke locaties, mede vanwege het vaak zeer tijdelijke karakter, kan vragen om een andere aanpak bij de vergunningverlening?
  1. Is het college bereid te onderzoeken onder welke voorwaarden kleinschalige, niet-commerciële culturele activiteiten van tijdelijke of eenmalige aard vergunningvrij kunnen worden gemaakt?