Ongeveer 3 jaar geleden – in april 2008 – kondigde toenmalig wethouder Cultuur Jetta Klijnsma aan dat de theaters aan het Spuiplein grondig vernieuwd zouden worden. Tegelijk lanceerde ze het idee dat Den Haag in 2018 culturele hoofdstad van Europa zou moeten worden. Officieel twee zaken die volstrekt los van elkaar staan, maar in de beeldvorming altijd aan elkaar gekoppeld zijn geweest. Al was het alleen maar omdat het nieuwe Dans- en Muziekcentrum aan het Spuiplein in 2017 gereed zou moeten zijn. Voorwaarde was wel dat de vaart in de planvorming zou blijven.
GroenLinks heeft de komst van een nieuw Dans- en Muziekcentrum altijd gesteund. Meer precies: we zijn een groot voorstander van de komst van het Conservatorium naar het centrum van de stad. Mits op een goede manier gehuisvest, zou de Haagse binnenstad daarmee een culturele topattractie rijker zijn. De combinatie van de drie instellingen (Koninklijk Conservatorium, Residentie Orkest en Nederlands Dans Theater) geeft de mogelijkheid tot intensiever ruimtegebruik, programmering en productie in combinatie met onderwijs dicht bij elkaar op een aansprekende en herkenbare wijze gerealiseerd in een of meerdere cultuurgebouwen bij elkaar in het centrum van de stad. Bovendien leidt de komst van het conservatorium naar het centrum tot een verlevendiging van de binnenstad door de grote aantallen studenten en de bezoekers van de vele concerten en uitvoeringen.
Sinds 2008 is er wel iets gebeurd. Allereerst de economische crisis, die planvorming en bouwproductie overal vertraagde. Daarnaast waren er gemeenteraadsverkiezingen, met een spectaculaire winst voor de grootste tegenstanders van dit idee: de PVV en de HSP. Tenslotte was daar het opmerkelijke feit dat er over dit plan vrijwel niets in het collegeakkoord stond, behalve dan dat er eind 2010 een voorstel naar de raad zou komen. En ondertussen lagen de ontwikkelingen in Wijnhaven II (het gebied achter het huidige theater) stil en bleef het Spuiplein wat het nu is: een plein waar veel mee kan maar weinig mee gebeurt.
Dat voorstel is er inmiddels, al werd het begin 2011. Het voorstel is niet meer dan een voorstel tot uitstel. Eerst wordt eens bekeken of het geld er wel voor bij elkaar gesprokkeld kan worden. Medio 2012 (en in de politiek kan dat net zo makkelijk eind 2012 betekenen) wordt er echt ‘definitief’ besloten. Niets aan de hand zou je zeggen. Daar hoef je niet zo heel lang bij stil te staan.
In het raadsvoorstel staan echter een paar gekke dingen. Zo wordt er voor een ‘versoberde basisvariant’ gekozen. GroenLinks vraagt zich daarop af of nu niet dezelfde fouten worden gemaakt als bij de huidige theaters: beknibbelen om het haalbaar te maken, maar vervolgens met een theater zitten dat net zo lastig te exploiteren is. Net zo merkwaardig is dat het college alléén deze variant verder wil onderzoeken. Ze weten niet of ze de financiering rond krijgen – reden voor het uitstel – maar een alternatief wordt niet onderzocht. Ons vermoeden is dat dit betekent dat het risico er is dat medio 2012 er helemaal niets ligt, en er alsnog een alternatief ontwikkeld moet worden. Dit vermoeden werd in de commissievergadering bevestigd door wethouder De Jong. Bovendien wordt het ruimtelijk perspectief van stedelijke ontwikkeling niet meegenomen in het voorstel: geen woord over de inrichting van het Spuiplein en de aansluiting op en de ontwikkeling van Wijnhaven II.
Ook gek is dat met geen woord wordt gerept over het belang van cultuur, of van de culturele instellingen. Als er al wat over wordt gezegd is dat louter en alleen in dienstbaarheid aan doelen in het kader van Citymarketing, Economie, Toerisme of meer van dat soort zaken. Volgens GroenLinks betekent de ambitie voor het Dans- en Muziekcentrum onherroepelijk een keuze voor de vaste bespelers van dat nieuwe gebouw. Je gaat niet zo’n gebouw neerzetten zonder orkest. Dat is uit het oogpunt van exploitatie niet alleen heel onverstandig, ook de culturele infrastructuur zou er op termijn ernstig onder gaan lijden. Het hele argument voor de bundeling van 3 topinstellingen haal je onderuit door dat optioneel te laten zijn. Toch is dat precies wat er gebeurt. Niet alleen in het raadsvoorstel, maar ook in de bespreking ervan. Wethouder De Jong gaf aan dat het gebouw niet voor deze specifieke instellingen werd gebouwd. Samen met het feit dat in het voorstel ook staat dat voor het tekort nog eens in de cultuurbegroting wordt gekeken – die met meer dan 20% bezuinigen al zwaar onder druk staat, betekent dat voor GroenLinks dat in dit voorstel onvoldoende is nagedacht over ‘hoe verder’. Als de financiering niet rond komt, moet er medio 2012 weer helemaal opnieuw begonnen worden met planvorming. Als de financiering wel rond komt, is er het risico dat dat ten koste van culturele instellingen in Den Haag komt. Daarmee zou het nieuwe Dans- en Muziekcentrum het tegendeel bewerkstellingen waarvoor het bedoeld is: in plaats van een versteviging van de culturele infrastructuur, met alle voorwaarden voor een klimaat waarin culturele topprestaties kunnen worden gerealiseerd, zou het een zalencentrum worden dat bekostigd wordt door bestaande instellingen op te heffen. In die zin staat dit raadsvoorstel dan ook zeer ver van de ambitie die begin 2008 werd uitgesproken.
David Rietveld en Inge Vianen