Met de bouw van Randstadrail is een totaalbedrag gemoeid ter hoogte van € 526.47 miljoen. De gemeente zal met behulp van subsidies van het Rijk een groot deel van deze kosten dragen. GroenLinks maakt zich al enige tijd zorgen over de financieringsstromen tussen gemeente en Rijk.

 

Ten aanzien van de financiering van Randstadrail door het Rijk werd wethouder Bruins in het Nieuwsblad Cobouw (5 maart 2004) als volgt geciteerd: “Het is heel zuur als wij er als regio ontzettend hard aan hebben getrokken, dat het Rijk vervolgens zo moeilijk is mee te krijgen”. De aanbiedingsbrief voor de voortgangsrapportage nr.04 Randstadrail bevestigt de vrees van de wethouder: “Dit laat echter onverlet dat nog steeds een groot deel van de toegezegde subsidies (van het Rijk) eerst worden ontvangen na 2006”. 

Onder verwijzing naar het desbetreffende artikel in het Reglement van Orde leg ik u de volgende vragen voor:

  1. Waaruit haalt de gemeente Den Haag de middelen om noodzakelijke investeringen- gezien de vertraagde subsidieverstreking door het Rijk- alsnog te kunnen financieren?
  2. Om hoeveel middelen gaat het hierbij en hoe verrekent het college dit in de begroting van het project Randstadrail?
  3. De gemeente neemt door het Rijk beloofde middelen op in een lange- termijnplanning. Nu er sprake is van vertraagde uitbetaling kan de gemeente geen voordeel meer behalen uit renteopbrengsten voor door het Rijk verstrekte subsidies. Naar onze mening lijdt de gemeente hierdoor een aanzienlijk financieel verlies. Kan het college aangeven om hoeveel middelen het gaat (uitgaande van een rentepercentage van minimaal 3%)?
  4. Wordt de prijscompensatie die door het Ministerie van V & W voor prijsstijgingen bij investeringen in de collectieve sector (= IBOI middelen) wordt berekend tegelijkertijd met de bijbehorende subsidies uitbetaald? Indien ja, moeten deze middelen dan mee worden genomen bij de eerder genoemde renteverliezen?
  5.  In de genoemde aanbiedingsbrief wordt vermeld dat het vanaf juli 2005 noodzakelijk zal zijn om externe financiering aan te trekken om de liquiditeitspositie van de gemeente te garanderen. Ook wordt vermeld dat het om aanzienlijke middelen gaat. Kan het college een eerste prognose geven hoe hoog dit bedrag zal zijn? Weet de gemeente al waar deze externe financiering verkregen zal worden (vrije kapitaalmarkt? Bank Nederlandse Gemeenten? Etc.)