Terwijl buiten wind en regen tekeer gingen, werd er gisterenavond 25 november binnen in 't Syndicaat een verhitte discussie gevoerd over de vrijheid van meningsuiting.

Aanleiding voor dit pittig gesprek was de situatie in Rotterdam, waar wethouder Marco Pastors van 'fysieke ruimte' na herhaaldelijk gewaarschuwd te zijn via een spreekverbod uiteindelijk de laan uit werd gestuurd. Directe aanleiding waren zijn herhaalde uitspraken als wethouder over moslims, waar dit niet in zijn portefeuille zat.

Hierover discussieerden vijf panel-leden met elkaar, gespreksleider Maarten de Vuyst en het publiek. Het panel bestond uit  (op de foto vlnr): Yasir Syed (voorzitter multiculturele jongerenorganisatie Culture Clash 4 U), Jemal Chaliui (lid Groenlinks Rotterdam), Emil Tuytel (woordvoerder binnenlandse zaken en justitie JOVD), Paul Lieben (freelance columnist en journalist) en Sohail Achahboun (student Sociologie aan de UvA in Amsterdam).

Een van de vragen die centraal staan in het gesprek is waar de grenzen van de vrijheid van meningsuiting liggen. Deze vraag valt eigenlijk uiteen in twee deelvragen: 'zijn er bepaalde functies waarin je niet zomaar alles mag zeggen?' en 'zijn er dingen die je niet zomaar mag zeggen?'.

Om met de laatste te beginnen, hier neemt Sohail duidelijk stelling: 'De grens ligt bij het beledigen van mensen, dit voegt niets toe, heeft geen meerwaarde voor de samenleving'. Vanuit de zaal werpt Harrie Kampf tegen dat het soms wel nut kan hebben om te beledigen, bijvoorbeeld om reactie uit te lokken of aandacht te vestigen op een probleem. Mag je Verdonk uitmaken voor moordenaar? Harrie vindt van wel, omdat je hier mee de manier waarop zij beleid uitvoert aan de kaak kunt stellen. Sohail is het hier niet mee eens, dit gaat hem te ver.

Voor Paul ligt de grens bij het aanzetten tot geweld. Hiermee is echter de kous nog niet af, want wat is aanzetten tot geweld? Oproepen om homo's met het hoofd naar beneden van een flatgebouw te werpen, dat is duidelijk. Maar wat als een imam zegt dat Hirsi Ali door de wind van Allah van de aarde zal worden geveegd? Dit kan gezien worden als indirect aanzetten tot geweld, want wat als een of andere gek zich geroepen voelt de wil van Allah uit te voeren. Overigens vindt Emil dat ook aanzetten tot geweld moet kunnen, voor hem ligt de grens bij het daadwerkelijke gebruiken van geweld.

Volgens Emil moet je niet aan banden willen leggen wat mensen al dan niet mogen zeggen. Als iemand rare dingen zegt, aldus Emil, dan is het het beste om dit gewoon te negeren. Wat hij ziet is dat nu het tegenovergestelde gebeurd, politieke partijen en media springen bovenop de uitspraken van Pastors. In de zaal is men het hier mee eens, iemand als Theo van Gogh kwam als columnist bijvoorbeeld ook niet meer aan de bak vanwege zijn vergaande uitspraken.

En ben je het niet eens met iemand zijn uitspraken, of gaat iemand over de schreef met uitspraken, dan kun je altijd nog naar de rechter. De vraag rijst, of er niet een gedragscode of een wet moet worden opgesteld, waarin wordt bepaald wat aanvaardbaar is en wat niet. Echter, met 16 miljoen mensen en dus 16 miljoen meningen is het onmogelijk om een grootste gemene deler van aanvaardbaarheid te vinden. Dit moeten we dan ook niet willen.

Maarten citeert uit het wetboek van strafrecht, waarin echter wel degelijk grenzen aan de vrijheid van meningsuiting worden gelegd. Zo is er artikel 137, waarin opzettelijk beledigen van groepen mensen wegens ras, godsdienst, geaardheid of overtuigingen strafbaar wordt gesteld. Ook zijn er beperkingen aan uitspraken die tot wanordelijkheden kunnen leiden. Dit laatste is volgens Sohail een goede zaak, Harrie is het hier echter niet mee eens en werpt tegen dat wanordelijkheden soms nodig zijn om noodzakelijke veranderingen in gang te zetten.

Terug naar de andere vraag, de kwestie of het zo is dat je in bepaalde functies of beroepen misschien niet alles kunt zeggen. In het publiek merkt Oscar Dijkhoff op dat er inderdaad gevallen zijn waarin je niet zomaar alles kunt zeggen. Een advocaat die zelf denkt dat zijn client schuldig is mag dit echter niet in de rechtbank laten merken, de huisarts van minister Zalm zou in het geval dat deze laatste om gezondheidsredenen eigenlijk af zou moeten treden dit niet mogen uiten vanwege het beroepsgeheim. Zo ook geld voor een wethouder dat hij geacht wordt in lijn met het collegebeleid te spreken.

Hierop zegt Herman Wilmer vanuit de zaal dat een wethouder inderdaad neutraal dient te zijn. Ook Jemal signaleert dat Pastors de fout in gaat wanneer hij met zijn uitspraken mensen in een hoek zet. Emil is het ook niet eens met de uitspraken, maar vindt wel dat hij deze gewoon moet kunnen doen. Hij vindt het niet redelijk om de functie van de persoon te scheiden.

Aan het einde van de discussie werd een kleine uitstap gemaakt naar discriminatie vraagstukken. Dit blijkt een lastig onderwerp. Wanneer is iets discriminatie? Is het misschien zo dat iets al te snel als discriminatie wordt opgevat, bijvoorbeeld het hard dichtslaan van een deur, terwijl er een hele andere oorzaak aan ten grondslag ligt, bijvoorbeeld het hebben van een slechte dag of een slecht humeur. Ja en nee, zo vindt Sohail mensen die dit soort dingen meteen op zichzelf betrekken inderdaad net zo extremistisch als zij die beledigende uitspraken doen. In het publiek merkt Nabil Ben Allouch op dat er echter wel een grote werkloosheid is onder Marrokaanse en Turkse Nederlandse jongeren omdat autochtone Nederlands hen niet willen aannemen. Frances Weijn, ook in het publiek, pareert met de opmerking dat dit ook geld voor iedereen boven de 45. Kortom, ook hier ontspint zich weer een uitgebreide discussie, maar inmiddels is het tijd om het pittig gesprek te beeindigen.

Al met al een levendige discussie, waarin zowel panel als publiek hun mening fel verkondigde. Er werd dan na afloop ook nog druk nagediscussieerd. Ondanks alle doemdenkerij over discriminatie en beledigende uitspraken moeten we toch concluderen dat het wat dat betreft in Nederland goed zit. Er wordt tenminste gediscussieerd, er kunnen avonden als vanavond worden georganiseerd. En zolang dat gebeurd, komt het allemaal goed.