• Investeren in de ontwikkeling van leerkrachten en het aantrekken van voldoende leerkrachten voor het Haagse onderwijs is belangrijk. Daarom willen we, net als in Rotterdam, een Haagse Lerarenbeurs invoeren. Zo kunnen we Haagse leraren aanmoedigen om zich te blijven ontwikkelen. Ook ondersteunen we initiatieven om het lerarentekort tegen te gaan, zoals ‘Samen voor de Haagse Klas’. Zo blijven we de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.
  • Startende leraren verlaten vaak al tijdens of kort na het afronden van hun opleiding het onderwijs. We willen uitval van deze leerkrachten voorkomen, omdat het Haagse onderwijs hen keihard nodig heeft. Daarom zorgen we voor genoeg bovenschoolse coaches die leraren in het basis- en voortgezet onderwijs kunnen begeleiden, om talent voor de klas te behouden.
  • Alle kinderen en volwassenen verdienen gelijke kansen in het onderwijs. De segregatie van verschillende sociaaleconomische groepen tussen verschillende basis- en middelbare scholen is een belangrijke oorzaak van ongelijkheid. De gemeente onderzoekt wat ze kan doen om de ongelijkheid tussen scholen tegen te gaan. Ook gaan we onderadvisering tegen en moedigen we brede brugklassen aan. Daarnaast investeren we extra in scholen met veel leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. De afschaffing van de verplichte ouderbijdrage mag niet leiden tot kansenverschillen tussen “rijke” en “arme” scholen, maar moet juist leiden tot meer gelijkheid.
  • Steeds meer leerlingen volgen bijles en huiswerkbegeleiding buiten hun gewone lesuren om. Dit zorgt voor ongelijke kansen, omdat bijles niet voor alle leerlingen betaalbaar is. Subsidies moeten daarom besteed worden aan het verbeteren van het reguliere onderwijs en niet aan commerciële bedrijven. Het onderwijs moet goed genoeg zijn, zodat kinderen geen bijles nodig hebben.
  • We gunnen leerlingen de kans om te leren met en van leerlingen van andere scholen in Den Haag. Daarom moedigen we samenwerking tussen openbare en bijzondere scholen aan. Ook gaat de gemeente verbindende projecten organiseren tussen scholen in verschillende delen in de stad met scholen en maatschappelijke organisaties. Zo leren leerlingen ook andere delen van de stad kennen. Buurtscholen kunnen samen zorgen voor een breed aanbod van activiteiten na schooltijd.
  • Goede samenwerking tussen kinderopvang, jeugdzorg en primair onderwijs is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Daarom zetten we ons in voor brede scholen. De gemeente helpt zo nodig bij het onderhouden van deze samenwerking.
  • Alle kinderen verdienen goede voorschoolse educatie, omdat dit hen helpt in hun ontwikkeling. We streven ernaar dat alle kinderen vanaf twee jaar naar een peutergroep of kinderopvang in de buurt gaan. Daarom investeren we in de opleiding van medewerkers op de kinderopvang, crèches, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, bijvoorbeeld via het Opleidingleenfonds. Ook bieden we ouders en verzorgers hulp bij het aanvragen van kinderopvangtoeslag.
  • In Nederland gaan kinderen en jongeren met een beperking vaker van school zonder hun diploma te halen. We maken, waar mogelijk samen met deze jongeren, plannen om ook hen passend onderwijs te bieden.
  • We investeren in duurzame schoolgebouwen. Alle nieuwe gebouwen worden energieneutraal gebouwd en bestaande gebouwen maken we zo duurzaam mogelijk. De luchtkwaliteit op alle Haagse scholen moet goed zijn. We zorgen voor meer groene, groenblauwe en toegankelijke schoolpleinen.
  • Elk kind krijgt onderwijs over de natuur. De gemeente helpt basisscholen om natuurelementen te integreren in het reguliere onderwijsaanbod en zorgt dat kinderen in de hele stad op korte afstand zijn van een natuurspeeltuin.
  • In het Haagse onderwijs willen we dat gelijke behandeling tussen mannen en vrouwen voldoende aandacht krijgt. We werken met schoolbesturen samen om te voorkomen dat stereotype man- vrouwverhoudingen in het lesmateriaal terug te vinden zijn. Seksuele voorlichting moet niet alleen over biologie gaan, maar ook over seksuele vrijheid, seksuele diversiteit en het herkennen, bespreekbaar maken en voorkomen van grensoverschrijdend gedrag.
  • Elke student verdient een passende stageplek. Daarom zetten we ons in voor een goede samen- werking tussen de gemeente, mbo’s, bedrijven en organisaties, waaronder multiculturele studenten- en jongerenverenigingen. Hierbij kijken we ook naar een goede balans tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. We gaan discriminatie bij sollicitaties voor stageplekken actief tegen, door scholen meer te betrekken bij de indeling van de stageplekken en door bedrijven via trainingen bewust te maken van vooroordelen.
  • We gaan laaggeletterdheid en laaggecijferdheid actief tegen door te zorgen voor goed taal- en rekenonderwijs in het basis- en voortgezet onderwijs. Ook houden we in onze aanpak rekening met verschillen tussen wijken. We willen de samenwerking tussen de betrokken gemeenteafdelingen verbeteren, zodat de ondersteuning sneller op de juiste plek komt. Daarnaast zorgen we voor voldoende plekken om taal en rekenen te oefenen in de wijk, zoals in buurthuizen.
  • Ook studenten met een functiebeperking moeten zonder zorgen over geld kunnen studeren. Daarom verhogen we de individuele studietoeslag voor alle leeftijden naar 300 euro per maand. We zorgen voor goede communicatie hierover, samen met studentenorganisaties en onderwijs- instellingen.
  • In Den Haag studeren steeds meer internationale studenten. Het is voor hen vaak lastig om een goede en betaalbare kamer of woning te vinden. Daarom moeten onderwijsinstellingen die internationale studenten aannemen, ook zorgen voor huisvesting voor deze studenten. De gemeente ondersteunt hen waar nodig, bijvoorbeeld met goede voorlichting over hun rechten als huurders.
  • Het is ook belangrijk dat volwassenen die slechthorend of doof zijn onderwijs kunnen volgen. Daarom geven we subsidie aan volwassenen die nu geen recht hebben op een tolk tijdens hun opleiding.
  • Het gebruik van internet en andere (sociale) media kan risicovol zijn. Daarom willen we dat kinderen, jongeren en ouderen kunnen leren over de mogelijkheden en risico’s. We moedigen lessen over mediawijsheid aan in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Ook cursussen in buurthuizen moedigen we aan.
  • GroenLinks zet zich in voor meer samenwerking tussen het voortgezet en vervolgonderwijs. Zo worden kinderen geholpen om zich goed voor te bereiden op hun toekomst.
  • Hulp uit de Participatiewet is toegankelijk voor wie het nodig heeft. Hierbij vragen we geen “tegenprestatie”. Den Haag dringt er landelijk op aan om de tegenprestatie voor de bijstand af te schaffen en handhaaft hier tot die tijd niet op. Voor jongeren met meerdere problemen die bijstand aanvragen, geldt nu een wettelijk verplichte zoekperiode van vier weken. Daarin moeten zij proberen werk of een opleiding te vinden. GroenLinks Den Haag wil die zoekperiode overbruggen met een voorschot. In die periode houdt een begeleider contact, tot en met de officiële aanvraag. De hulp past altijd bij de eigen krachten en wensen. Dat kan een STiP-baan zijn, ‘Ondernemend uit de bijstand’ of omscholing met hulp uit het Opleidingleenfonds. 12 uur per week is een normaal gemiddelde voor werk naast de studie. Het zou aan de student moeten zijn om wel of niet meer te werken: een student dient niet gedwongen te worden door maatregelen voortkomend uit de participatiewet. Daarom benutten we de ruimte in die participatiewet maximaal.
  • We stellen tijdelijk woningen beschikbaar voor wie de nood het hoogst is: studenten, dakloze en thuisloze mensen, uitstromers uit de jeugdzorg en arbeidsmigranten. We stimuleren grondeigenaren om flexibele woningen en tiny houses toe te staan. Flexibele woningen zijn verplaatsbaar of demontabel en kunnen daarom ingezet worden op grond die tijdelijk niet gebruikt wordt.