Uit onderzoek van de provincie Zuid-Holland en Senter Novem is gebleken dat de gemeenten in Zuid-Holland een besparingspotentieel van de openbare verlichting hebben dat varieert van 9 tot 25%. Dit kan een aanzienlijke CO2-reductie opleveren. Gedeputeerde Erik van Heijningen (VVD) heeft gemeenten per brief opgeroepen serieus naar dit onderzoek te kijken en de hoop uitgesproken dat zij volop met het onderwerp aan de slag gaan.
Fractielid Heleen Weening heeft het Haagse college de volgende vragen gesteld:
1) Heeft het college kennis genomen van het onderzoek van de provincie Zuid-Holland en Senter-Novem naar het besparingspotentieel van de openbare verlichting?
2) Is het college met GroenLinks van mening dat het voor het milieu van belang is het energieverbruik van de openbare verlichting zoveel mogelijk te beperken?
3) Welke maatregelen treft het college thans om de milieuwinst door beperking van energieverbruik door openbare verlichting te optimaliseren?
Minister Cramer heeft de ambitie uitgesproken om te komen tot 15% vermindering van energieverbruik in 2011, 20% in 2013 en 30% in 2030. De provincie Zuid-Holland wil dit, net als een aantal andere provincies, als eerste realiseren.
4) Deelt het college deze ambitie van minister Cramer? Zo nee, waarom niet?
5) Is het college bereid in navolging van de provincie met een eigen beleidsprogramma te komen om besparingen door te voeren bij de openbare verlichting? Zo ja, wanneer kan de raad dit programma tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?
Op 18 oktober 2007 heeft GroenLinks de wethouder in de commissie Verkeer, Milieu en Leefomgeving gevraagd om een duisternisbeleid te ontwikkelen om de nachtelijke duisternis in Den Haag te beschermen.
6) Kan het college aangeven hoe het hiermee staat, dan wel of het college bereid is alsnog duisternisbeleid op te stellen en hierbij aandacht te besteden aan besparingsmogelijkheden? Zo nee, waarom niet?