Iedereen kent ze wel. Ogenschijnlijk onschuldige situaties resulterend in zweethanden, knikkende knieën en een overdosis stresshormoon. Het kan een liedje zijn. Een beeld. Of een persoon...
Voor mij zijn het de opgebroken straten rondom het Spui en de Grote Markt. Werkzaamheden in het kader van het zogenaamde verkeerscirculatieplan (VCP). Ze roepen nare herinneringen op. Schaamtegevoelens voor mijn eigen stad. Beelden van de wegwerkzaamheden rond de in 2004 geopende tramtunnel. Vier jaar te laat opgeleverd, 87 miljoen euro budgetoverschrijding en meerdere malen volledig onder water gelopen. In de Haagse volksmond wordt de tunnel ook wel de ‘Tramtanic’ genoemd.
Op de plaats waar de tram voorheen luid tingelde, loopt nu een fietspad. Een goed alternatief. Het is echter ook het stuk van de binnenstad waar shoppend Den Haag al Hema-worst-kluivend de consumptiemaatschappij illustreert. Naast dit misselijkmakende beeld, zorgt deze samenscholing van shoppers ook voor praktische problemen. Met aanbiedingsoogkleppen op, koopjesborden voor de kop en de blik gericht op de mobiele telefoon, waggelen deze shoppers als jonge eendjes zonder kop over het fietspad. Wat de passerende fietser rest, is zich luid tingelend een weg door de menigte banen.
Is hier geen structurele oplossing voor? Wellicht. Ik stel voor. Een shopperscirculatieplan (SCP). Shoppersbruggen, shopperstunnels of misschien zelfs de aanleg van een glimmend shoppingscentrum buiten de stad. Zoals het VCP moet leiden tot een gedeeltelijk autovrije binnenstad, zo moet het SCP leiden tot een gedeeltelijk shoppersvrije binnenstad. Maar wacht eens. Dit voorstel zal nieuwe wegwerkzaamheden veroorzaken. Werkzaamheden die mijn tramtunneltrauma verder zullen aanwakkeren. Plan B. Het fietspad duidelijker markeren. Een groene haag, een paar fleurige plantenbakken of een mooi rijtje kunstzinnige afvalemmers. Als ik maar zonder knikkende knieën fietsend het centrum door kan. En geen nieuw trauma ontwikkel. Want shoppers zijn overal.
Stijn van Rest