In de Telegraaf van 12 mei en in het AD van 25 werd melding gemaakt van uitspraken van wethouder Norder over kansarme Antillianen. GroenLinks erkent dat Antilliaanse jongeren meer dan gemiddeld zorgen voor criminaliteit en overlast in vergelijking met hun leeftijdsgenoten van 12 -24 jaar. GroenLinks vindt dat hier wat aan gedaan moet worden. Ten eerste moeten er duidelijke grenzen aan ontoelaatbaar gedrag gesteld worden. Daarnaast moeten deze jongeren naar school en moeten ze intensief worden begeleid. Op deze manier kunnen de jongeren makkelijker een baan vinden waardoor ze geen rotzooi meer gaan trappen. De uitspraken die Norder in de kranten doet, helpen hier niet aan mee. Integendeel. GroenLinks maakt zich hier zorgen over en vraagt de wethouder om uitleg.
Voor Inge Vianen reden om het college de volgende vragen te stellen:
- Wethouder Norder spreekt in de krant uit dat criminaliteit het belangrijkste effect is van de Antillen op Nederland. Kan het college uitleggen welke andere effecten de Antillen op Nederland hebben en waarom criminaliteit daarvan het belangrijkste effect is? Zo nee, waarom niet?
- Kan het college ook aangeven hoe de uitspraken van wethouder Norder (“het is dweilen met de kraan open”) zich verhouden tot de resultaten uit de Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianenengemeenten 2005-2008 waaruit blijkt dat de oververtegenwoordiging in de criminaliteit onder Antilliaanse jongeren met ruim 34% gedaald is en de Monitor Antilliaanse Risicojongeren 2009 waaruit blijkt dat in Den Haag het percentage oververtegenwoordiging in 2009 gedaald is tot 2,8% ten opzichte van 3,2% in 2005? Zo nee, waarom niet?
- Blijkens de artikelen vindt wethouder Norder dat er strenge selectiecriteria moeten gaan gelden voor kansarme Antillianen die zich in Nederland willen gaan vestigen. Wie niet over een diploma beschikt en wie geen Nederlands spreekt moet volgens hem op de Nederlandse Antillen blijven. Eerder gaf de Wethouder in zijn brief van 12 april “Voortgang en aanpak Antilliaans-Haagse en Marokkaans-Haagse risicojongeren” aan afspraken te willen maken met BZK omtrent de toestroom van kansarme Antillianen. In deze brief werden geen specifieke criteria genoemd. Kan het college toelichten welke selectiecriteria de wethouder exact bepleit bij BZK omtrent de toestroom van kansarme Antillianen en hoe deze zich verhouden tot de door Norder gedane uitspraken? Zo nee, waarom niet?
- In de genoemde brief van 12 april staat ook dat de 22 Antillianengemeenten Curaçao ondersteuning moeten bieden om hun kansarme jongeren een beter perspectief te bieden. Kan het college aangeven hoe en welke type ondersteuning Den Haag momenteel biedt en hoe en welk type ondersteuning wethouder Norder bepleit op rijksniveau? Zo nee, waarom niet?
- GroenLinks vindt de uitspraken van wethouder Norder stigmatiserend en denkt dat juist deze stigmatisering de kansen van Antilliaanse jongeren op de arbeidsmarkt zal beperken. Kan het college in een beschouwing weergeven hoe zij haar eigen rol ziet in het voorkomen van de stigmatisering van groepen migranten in de Haagse samenleving en hoe de uitspraken van de heer Norder in deze visie passen? Zo nee, waarom niet?
- Wethouder Norder zegt ook dat eventueel uitkeringen van Marokkaanse en Antilliaanse probleemjongeren gekort moeten worden. Kan het college aangeven hoe deze uitspraken zich verhouden tot de uitspraken van wethouder Klein in de raadsvergadering van 19 mei over het afschaffen van het categoraal werk: “In Den Haag wonen eigenlijk geen Antillianen, of Turken, of Marokkanen of Hindoestanen. Er wonen Hagenaars in Den Haag […] Voor al die Hagenaars die we in Den Haag hebben en voor al die voorzieningen die we hebben, staan die natuurlijk voor iedereen open. En Haagse voorzieningen zijn er voor Hagenaars.” Zo nee, waarom niet?