Onlangs heeft de bestuursrechter in Utrecht de uitspraak gedaan dat de gemeente uitsluitend fietsen zonder waarschuwing mag weghalen die zo zijn neergezet dat ze aantoonbaar gevaar opleveren, bijvoorbeeld voor een nooduitgang of op een blindenstrook. Als er slechts sprake is van hinderlijk stallen, is de gemeente verplicht een label aan de fiets te hangen met een redelijke termijn, bijvoorbeeld 24 uur, om de eigenaar de gelegenheid te geven de fiets zelf op te halen.
In het AD van 13 augustus staat een artikel over het weghalen van verkeerd gestalde fietsen door de gemeente. De weggehaalde fietsen gaan naar een depot, waar de eigenaar 13 weken lang terecht kan om zijn/haar fiets op te halen. Van de niet-opgehaalde fietsen wordt een gedeelte vernietigd.
Fractievoorzitter Heleen Weening is benieuwd welk effect de uitspraak van de bestuursrechter heeft op het Haagse beleid en vindt het onzin om fietsen te vernietigen. GroenLinks stelt het college voor om die fietsen weg te geven, bijvoorbeeld aan een ontwikkelingsland.
De vragen van Heleen Weening:
1. Is het college bekend met de uitspraak van de bestuursrechter in Utrecht? Welke gevolgen heeft de uitspraak voor het beleid van de gemeente Den Haag voor wat betreft het weghalen van fietsen?
2. Kan het college aangeven hoeveel fietsen er het afgelopen jaar niet door de eigenaren zijn opgehaald bij het fietsendepot? En hoeveel van die overgebleven fietsen zijn er naar leerwerkcentra gegaan, hoeveel zijn er verkocht aan handelaren en hoeveel zijn er vernietigd?
3. Kan het college motiveren waarom het kiest voor het vernietigen van overgebleven fietsen?
4. Is het college bereid te stoppen met het vernietigen en de fietsen weg te geven, bijvoorbeeld aan een ontwikkelingsland?