Vijf jaar geleden pleitten we in NRC voor een modernisering van de Nederlandse vuurwerktraditie. Om de dagenlange overlast, de miljoenen euro’s aan schade en de honderden gewonden te voorkomen, stelden we voor vuurwerk met Oud en Nieuw voortaan alleen nog bij professionele vuurwerkshows af te steken. Ons pleidooi kreeg veel bijval. Bijval van de oogartsen, die in de nieuwjaarsnacht honderden kinderen en jongeren voorbij zien komen met kapotgeknalde ogen. Bijval van de plastisch chirurgen, die met Oud en Nieuw tientallen slachtoffers behandelen met afgerukte handen of ernstige brandwonden. En bijval van steeds meer Nederlanders die de toenemende overlast door vuurwerk zat zijn.

 

De groeiende steun voor een hervorming van de Nederlandse vuurwerktraditie werd voor het eerst breed zichtbaar met het burgerinitiatief 'Meer Plezier met Minder Vuurwerk' dat na de jaarwisseling in 2009 binnen twee weken ruim 60.000 handtekeningen kreeg. Een opiniepeiling begin vorig jaar wees uit dat tweederde van de bevolking een verbod op consumentenvuurwerk steunt, als elke gemeente daarvoor een professionele vuurwerkshow in de plaats krijgt.

In tegenstelling tot de groeiende maatschappelijke behoefte om de vuurwerktraditie aan te passen, heeft de landelijke politiek in de afgelopen jaren juist een tegengestelde beweging gemaakt. Er mag nu meer vuurwerk per persoon gekocht worden, het vuurwerk mag op meer plekken worden verkocht en de maximale knalkracht is opgerekt.

De vuurwerklobby is kennelijk invloedrijk in politiek Den Haag. Met drie steeds terugkerende fabels wordt de politici buskruit in de ogen gestrooid. Opmerkelijk, omdat ze met een kritische blik eenvoudig zijn door te prikken.

Laten we eens kijken naar de eerste fabel: een verbod op consumentenvuurwerk is niet te handhaven. Het handhavingsargument werd ook gebruikt als argument tegen de invoering van het rookverbod in de trein en in restaurants. Daar leek aanvankelijk veel weerstand, maar binnen twee jaar was het rookverbod breed geaccepteerd. Australië bewijst dat dat ook met vuurwerk kan, toen daar het consumentenvuurwerk werd afgeschaft was dat na drie jaarwisselingen breed geaccepteerd en geniet iedereen nu van georganiseerde vuurwerkshows.

Dan de tweede fabel: er zijn te weinig professionals om in elke gemeente een vuurwerkshow te organiseren. Dat argument gaat uit van een statische situatie. Op het moment dat elke gemeente een eigen vuurwerkshow gaat organiseren creëert de vraag vanzelf meer aanbod. De echte vuurwerkliefhebbers die nu zo verknocht zijn aan het lanceren van hun eigen vuurpijlen, kunnen straks – na een kleine cursus pyrotechniek – een bijdrage leveren aan het veel spectaculairdere gemeenschappelijke vuurwerk in hun gemeente. Een win-win situatie.

En ten slotte de derde fabel: het zelf afsteken van vuurwerk is een eeuwenoude Nederlandse traditie. Dat is feitelijk onjuist. Vuurwerk wordt in Nederland afgestoken sinds het de jaren’60. Eerst op beperkte schaal, maar de afgelopen twee decennia is de hoeveelheid vuurwerk die jaarlijks wordt afgeschoten explosief gestegen. Je kan dus spreken van een recente traditie die steeds meer uit de hand aan het lopen is. Je kan dan krampachtig vast blijven houden aan die traditie, of de traditie zodanig aanpassen dat het vuurwerk behouden blijft, maar de overlast verdwijnt.

Voorafgaand aan de afgelopen jaarwisseling hebben we samen met 15 lokale GroenLinks-fracties het meldpunt vuurwerkoverlast.nl in het leven geroepen. Daarop kwamen in twee weken tijd meer dan 80.000 meldingen van vuurwerkoverlast binnen. De overlast beperkte zich niet tot de uren waarbinnen officieel vuurwerk afgestoken mag worden, maar had een hoogtepunt in de dagen nadat de vuurwerkverkoop was gestart. Het was een terreur van keiharde knallen die mensen nachtenlang uit hun slaap hield, huisdieren dagenlang angst en stress bezorgde en overal in Nederland vernielingen heeft aangericht.

Oud en Nieuw is helaas geen feestje meer. Het wordt tijd dat de Tweede Kamer afrekent met de fabels van de vuurwerklobby en een begin maakt met de modernisering van de Nederlandse vuurwerktraditie. Dat kan om te beginnen door de afsteektijden in de korten en verkoopperiode voor vuurwerk te beperken. Maar om de schade, slachtoffers en overlast echt te voorkomen is de beste oplossing om het afsteken van vuurwerk gewoon aan professionals over te laten. De wereldberoemde vuurwerkshow van Sydney bewijst dat zo op een spectaculaire én veilige manier het nieuwe jaar kan worden ingeluid.

Arno Bonte en David Rietveld zijn fractievoorzitter van GroenLinks in respectievelijk Rotterdam en Den Haag. Ze zijn tevens initiatiefnemers van het meldpunt vuurwerkoverlast.nl

Een ingekorte versie van dit opiniestuk is vandaag in NRC gepubliceerd.