Kleine organisaties trekken aan de bel

Twaalf kleine welzijnsorganisaties, waaronder het Stagehuis Schilderswijk, Stadsoase Spinozahof, Next Projecten, Jacobahof en Escamp voor Vrouwen, sloegen onlangs alarm. Zij zien dat de komende jaren bijna al het geld voor professioneel welzijnswerk opnieuw naar een paar grote organisaties gaat.

Die grote partijen krijgen niet alleen deze miljoenen, maar mogen óók nog meedoen aan andere subsidieregelingen die juist bedoeld zijn voor kleine, lokale initiatieven. Daardoor blijft er voor de kleine spelers weinig over, terwijl zij vaak het dichtst bij de bewoners staan.

Samenwerken als voorwaarde

In Den Haag is samenwerking tussen kleine en grote organisaties niet verplicht bij het aanvragen van subsidies. Daardoor blijven de kleintjes buitenspel staan. In steden zoals Amsterdam werkt dit anders: daar moeten organisaties sámen een plan indienen voor hun stadsdeel.

Wij vinden dat Den Haag dit voorbeeld moet volgen. Samenwerking zorgt ervoor dat grote en kleine organisaties elkaar versterken, in plaats van beconcurreren.

Eerlijke kansen voor iedereen

Met de eerdere motie ‘Haagse lokaliteit in het welzijnsbeleid’, van GroenLinks en PvdA, riepen we al op om ook kleine en lokale welzijnsinitiatieven meerjarige steun te geven. Zo kunnen zij op een gelijke en stabiele manier bijdragen aan de sociale basis van de stad.

Want welzijnswerk is niet alleen iets van de grote organisaties. Het zijn juist de kleine buurtinitiatieven die bewoners bij elkaar brengen, armoede helpen voorkomen en zorgen dat iedereen zich thuis voelt in de wijk.

GroenLinks blijft zich inzetten voor een divers en eerlijk welzijnsbeleid, waarin iedere organisatie telt: groot én klein.