Naar goed eigen gebruik begin ik deze beschouwingen met een passende songtekst. En nee voorzitter geen zorgen, ik ga niet zingen.
“ And these children that you spit onDavid Bowie ・ changes
As they try to change their worlds
Are immune to your consultations
They're quite aware of what they're going through
Ch-ch-ch-ch-changes (Turn and face the strange)
Ch-ch-changes, don't want to be a richer man
Ch-ch-changes, just gonna be a different man
Time may change me, But I can't trace time ”
David Bowie is voor mij persoonlijk een grote inspiratie en in dit nummer ‘Changes’ zingt hij dat hij de dingen anders gaat doen omdat zijn geest er rijp voor is én omdat de tijd daarom vraagt. Hij zong het al in de jaren ’70, ik schreef deze en andere van zijn teksten tientallen malen in mijn schoolschriften in de jaren ’80 en ’90 en anno 2020 is dit urgenter en actueler dan ooit. Dingen moeten anders. In deze algemene beschouwingen benoem ik namens GroenLinks drie met elkaar samenhangende problemen die ons ertoe nopen zaken anders te gaan doen.
Voorzitter, ten eerste noopt de steeds groeiende ongelijkheid in onze stad die ons tot veranderingen.
Bij de bespreking van de vorige begroting in februari dit jaar was mijn motto ‘mind the gap’, let op de kloof, de kloof die ongelijkheid heet en zich nergens zo hard manifesteert als in onze stad. De baby die het geluk heeft geboren te worden in het Statenkwartier of de Vogelwijk leeft gemiddeld 6 tot 8 jaar langer en gaat gemiddeld zo’n 3x meer geld verdienen dan eenzelfde baby uit Transvaal of Moerwijk. Dat mogen we niet accepteren, Voorzitter.
We zitten nog midden in de schokgolf die Corona heet. Laten we niet vergeten dat deze schokgolf mensenlevens heeft geëist, waarbij onze gedachten uit gaan naar de mensen die dierbaren verloren hebben.
Daarbij is het duidelijk dat deze schokgolf ervoor gaat zorgen dat de kloof tussen arm en rijk nog groter gaat worden. Voorzitter, de financieel hardste klappen vallen bij de mensen die onze steun daarvoor ook al nodig hadden, de mensen met weinig bestaanszekerheid zoals zzp-ers, jongeren, flexwerkers, migranten en alleenstaanden.
Mijn fractie rekent er dan ook op dat het Corona-stroppenpot van 80 miljoen vooral gaat naar deze groep mensen die het meest kwetsbaar zijn gebleken: zodat de grote groep mensen die door Corona in de schulden terecht zijn gekomen er snel weer uit wordt geholpen, de mensen die instromen in de bijstand snel weer aan het werk kunnen, de leerlingen uit grote gezinnen in krappe huizen die de grootste leerachterstanden hebben opgelopen snel weer bij de les kunnen zijn en de extra ingestroomde daklozen in de maatschappelijke opvang snel een menswaardige opvang kunnen krijgen. Graag een reactie van het college op dit punt, voorzitter.
Voorzitter, we zien dat het stadsbestuur investeert in de kwetsbare wijken zoals in Zuid-West en de Dreven. Dat is keihard nodig, maar er is veel meer nodig. We maken ons bijvoorbeeld zorgen om de realisatie van sociale woningen, waarvan we per project vooral horen waarom het nu net daar even niet lukt. Daar zullen we bij de begrotingsbehandeling extra inzet voor vragen van het college.
Ook moeten we echt naar een oplossing voor de grote groep arbeidsmigranten in onze stad. Zij dragen door hard te werken bij aan de economie van ons land met lonen op of onder de minimumgrens en levend op soms 2m2 wat niet meer is dan het vieze matras waar ze op mogen slapen. Dit is onze stad niet waardig. Het tegengaan van woningsplitsingen en versterken van de Pandbrigade is van belang, maar dat lost het onderliggende probleem niet op. Goed dat wethouder Balster is gesprek is met onze buren in het Westland, maar ik wil het college oproepen om met concrete plannen te komen.
Voorzitter, ik moet het echt even hebben over de vluchtelingen in het voormalige kamp Moria op Lesbos. Mensonterend. Ik ben blij dat we naar aanleiding van de schriftelijke vragen van voor de zomer het college bereid is om ons aandeel vluchtelingen in onze stad op te vangen. Maar dat maakt de ‘deal’ van het kabinet niet minder beschamend.
Voorzitter, we zijn eindelijk getuige van steeds bredere erkenning dat institutioneel racisme bestaat binnen onze samenleving. Deze erkenning is een begin, maar er is nog veel meer verandering nodig. Het CPB schreef gisteren in haar Macro Economische Verkenningen ”dat de huidige crisis de bestaande arbeidsdiscriminatie versterkt en dat mensen met een niet-westerse achtergrond mede hierdoor nog moeilijker aan de bak komen. Dat is een pijnlijke constatering voorzitter. Daarom moeten we als gemeente doorgaan met anoniem solliciteren en bedrijven hier ook toe blijven aanzetten. Maar racisme gaat verder dan de arbeidsmarkt. We moeten dit gesprek over de betekenis van racisme voor ons allen persoonlijk met elkaar in deze stad voeren, ook al is dat soms ongemakkelijk. Het monument ter herdenking van de afschaffing van de slavernij moet er daarom snel komen. Mijn fractie zal zich blijven inzetten voor gelijkwaardigheid en daarbij past ook een sinterklaasfeest waarbij wij eindelijk écht van zwarte piet af zijn.
Voorzitter, dan als tweede grote probleem dat ons noopt tot veranderingen: de klimaatcrisis.
Op twee partijen na hoef ik niemand ervan te overtuigen dat de klimaatcrisis nu gaande is. Zelfs de VVD gaf aan dat we dit moeten aanpakken en daar ben ik heel blij mee. Als dichtbevolkte stad direct aan zee zijn we extra kwetsbaar.
We zijn met het Stedelijk Energieplan op de goede weg. Sommige partijen lijken te denken dat de weg naar klimaatneutrale stad een simpele rechte weg is van A naar B met mooie doelen langs een rechte lijn, maar helaas is dat niet zo. De plannen worden steeds duidelijker, maar met de Eneco-middelen moeten en kunnen we nu echt de buitenboordmotor aanzetten. Wel een elektrische natuurlijk.
Het is daarbij van essentieel belang dat iedereen in de stad mee kan profiteren van een lager energieverbruik en een comfortabeler huis. De subsidieregeling voor huiseigenaren die vorige week is gelanceerd is een mooie stap, zo kan iedereen 500 euro terugkrijgen als je overstapt op elektrisch koken. Maar er is meer nodig, ik kijk uit naar de plannen.
Duurzaamheid biedt ook volop kansen op banen. Ik roep het college op om de Windcampus op Scheveningen, waar ik een initiatiefvoorstel over heb ingediend, dan ook daadwerkelijk snel te realiseren. En voorzitter, een ander plan uit onze koker van januari vorig jaar betreft het ter beschikking stellen van een gratis boom als je daar als bewoner of ondernemer een mooie plek voor hebt: wanneer komt de uitwerking hiervan?
Van bomen naar schone lucht is een soepel bruggetje. Schone lucht is ook van levensbelang voorzitter, en voor de steeds grotere groep Hagenaars met astma of ademhalingsklachten geldt dit letterlijk. Het is daarom goed dat we maatregelen nemen tegen de vieste brommers en dat we met de milieuzone in het centrum ook de meest vieze voertuigen gaan weren. Mijn fractie is groot voorstander van meer leefstraten, met minder auto’s en meer ruimte voor kinderen om te spelen. De stikstof-crisis zou een extra duw moeten geven om de stad gezonder te maken, bijvoorbeeld voor de bouw om elektrisch te gaan werken. En het maakt duidelijk dat we de natuur veel beter moeten beschermen.
Voorzitter, dan ben ik bij mijn derde probleem. De steeds grotere beleefde afstand tussen veel bewoners en wij hier als politiek/bestuur noopt ons tot veranderingen.
De afgelopen periode hebben de mensen in Transvaal, op Scheveningen en rond de Weimarstraat ons met de neus op de feiten gedrukt dat ze zich oprecht zorgen maken over de leefbaarheid van hun wijk. Zij geven geluid aan een breder ervaren afstand tussen bewoners en de politiek. Veel bewoners voelen zich onvoldoende betrokken bij keuzes die gemaakt worden.
Sommige partijen hier in de raad denken voor dit gevoel van ontevredenheid een oplossing gevonden te hebben. Ze noemen het ombudspolitiek: als je een klacht hebt of niet tevreden bent dan kunnen zij het ‘voor je regelen’. Het besturen van een stad verengen tot het opkomen van individuele kwestie is natuurlijk een karikatuur van wat er allemaal komt kijken bij een grote stad. Het is ook een werkwijze die niet gericht is op herstel van vertrouwen: Als het dan lukt om iets te veranderen dan hijst men voor henzelf de geelgroene vlag en als het niet lukt is het de schuld van het stadsbestuur, dat in het beste geval ‘ongeschikt’ is.
Begrijp me niet verkeerd, deze klachten van bewoners of ondernemers kunnen terecht zijn en als raad moeten we deze mensen helpen bij het vinden van het goede loket. Ook moeten we als raadsleden nadrukkelijk contact onderhouden met de mensen in alle wijken. Maar toch ben ik ervan overtuigd dat deze ombudspolitiek vanuit de raad (of het college, waarvan we inmiddels weten hoe dat afgelopen is) nooit de oplossing kan zijn voor het dichten van de kloof tussen bewoners en het bestuur en ook niet bijdraagt aan de oplossingen. Het kan zelfs gevaarlijk zijn en de kloof zelfs voor veel mensen verdiepen.
Het gevaar schuilt erin dat de belangen van de mensen of ondernemers die de weg naar een raadslid weten te vinden -omdat ze mondig genoeg zijn, een goed netwerk hebben of vaardig zijn op de sociale media- beter vertegenwoordigd worden dan de belangen van andere mensen. Hierdoor kan het algemene belang ondersneeuwen. Als Raad moeten we niet primair staan voor de individuele belangen van mensen of ondernemers, maar moeten we staan voor het bredere en algemene maatschappelijke belang: het belang voor de stad. En ja, los van dat we regelmatig van mening verschillen over wat het belang voor de stad dan is- is er soms sprake van een spanningsveld tussen individu en stad en is het onze verantwoordelijkheid als gekozen vertegenwoordiger om juist voor het grotere belang te staan.
Voorzitter, we hebben natuurlijk niet voor niets een gemeentelijke ombudsman (en een gemeentelijke jeugdombudsman) in het leven is geroepen als je er met het stadsbestuur niet uitkomt. Laten we als Raad deze positie verstevigen als we vinden dat de ombudsfunctie harder nodig is.
Het állerbelangrijkste is dat we bewoners veel eerder en veel actiever betrekken bij de afwegingen die we moeten maken en de besluiten die we nemen. We zetten daarin goede stapjes: met de ‘stad in de Raad’ lukt het ons om in de wijken te zijn en om aan te haken bij waar bewoners het zelf over willen hebben. Ook doen we ervaring op met wijkbudgetten, ‘right to challenge’ en adviesgroepen rondom heikele thema’s zoals de zoutmanstraat of voorheen het internationaal park van voorheen wethouder Revis.
Maar het is nu tijd om door te pakken en we burgers structureel bij de ontwerpen, planvorming en besluitvorming gaan betrekken. Dit vraagt om een proactieve rol vanuit het college en het stadhuis en ons als raad waarbij burgers structureel worden benaderd om hun mening te geven VOOR dat de plannen zijn uitgewerkt en de begroting al op tafel ligt. We kijken reikhalzend uit naar de nota participatie en de afdoening van een aantal moties die wij eerder hebben ingediend op dit punt.
Ik vind de suggestie van D66 en CU/SGP een goede om hier een werkgroep voor in te richten een hele goede, sterker nog deze werkgroep is er al. We kunnen de ideeën van Hart voor Den Haag en anderen hier ook in meenemen. Mijn fractie staat te popelen om hier bij de begrotingsbehandeling concrete afspraken over te maken.
Voorzitter, ik heb het gehad over drie zich urgent manifesterende problemen die er wat GroenLinks toe nopen dat er in deze stad en in dit gebouw zaken moeten veranderen. We moeten naar een ander soort politiek. Bij de aankomende bespreking van de begroting zal mijn fractie de individuele programma’s spiegelen aan de drie genoemde ontwikkelingen en toetsen of de verandering met voldoende urgentie wordt ingezet. Ik hoop dat we hierin zoveel mogelijk samen kunnen optrekken. En dat dit daadwerkelijk leidt tot de Changes waar David Bowie in de jaren ’70 al over zong.