De 1 juli vrij-campagne, een initiatief van Stichting Nederland Wordt Beter en The Black Archives, beoogt van Keti Koti een nationale feestdag te maken. De gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben eerder gezamenlijk bij het Rijk gepleit voor het instellen van 1 juli als nationale feestdag. Op 25 maart, de Internationale Dag ter Herinnering aan de Slavenhandel en de Afschaffing ervan, dringen raadsleden Lenne Baboeram (GroenLinks), Samir Ahraui (PvdA), Fatima Faïd (Haagse Stadspartij), Adeel Mahmood (DENK), Robin Smit (Partij voor de Dieren) en Marije Mostert (D66) opnieuw aan bij het stadsbestuur om werk te maken van dit voornemen.  

Groot belang voor inwoners van de stad 

De Haagse burgemeester bood in november 2022 excuses aan voor het slavernijverleden en wees op het blijvende effect van racisme. In de stad heeft inmiddels één op de twee inwoners wortels in het buitenland. Ruim 44.000 Hagenaars hebben Surinaamse wortels; een op de vijf Hagenaars stamt af van slachtoffers van koloniale onderdrukking of slavernij. De raadsleden zijn van mening dat een vrije dag op 1 juli ruimte schept om te herdenken, maar ook om verder te bouwen aan een gedeelde, inclusieve toekomst. 

Schoolbesturen en werkgevers betrekken 

De indieners vragen het college ook om in gesprek te gaan met Haagse schoolbesturen en onderwijsinstellingen, zodat niet alleen ambtenaren maar ook kinderen en jongeren kunnen deelnemen aan Keti Koti-activiteiten. Daarnaast willen ze dat de gemeente in overleg treedt met belangenorganisaties zoals FNV en Surinaamse gemeenschapsgroepen, die de campagne ‘1 juli vrij’ ondersteunen.