Het Haagse onderzoek naar discriminatie werd gedaan door middel van ‘mystery calls’ en mails naar verhuurmakelaars. Een onderzoeker deed zich voor als potentiële verhuurder en vroeg of het mogelijk was dat de woning niet verhuurd zou worden aan iemand met een migratieachtergrond of met een niet-heteroseksuele geaardheid. 57% procent van de makelaars gaf aan deze wens te honoreren. Door als potentiële huurder te reageren op 500 verhuuradvertenties kwam naar boven dat woningzoekenden met een niet-westerse naam 19% meer kans hebben om negatief gediscrimineerd te worden, en dat die kans bij homoseksuele stellen 8,5% groter is dan bij heterostellen.
Raadslid Serpil Ates ziet in dit nieuwe onderzoek de noodzaak voor de nieuwe anti-discriminatie aanpak die het college vorige week presenteerde. “Deze verschrikkelijke cijfers laten nog maar eens zien dat discriminatie een alledaagse praktijk is. Mensen van kleur en queer personen moeten helaas altijd harder lopen dan hun medemensen om hetzelfde te bereiken. Met een goede antidiscriminatie aanpak kunnen we het speelveld gelijk maken. Daarvoor zijn voorzieningen zoals Den Haag Meldt van groot belang. Ook het aanpakken van makelaars die discrimineren moet, zoals dit onderzoek uitwijst, prioriteit zijn in de strijd tegen ongelijke behandeling.”
In een schriftelijke reactie geeft het college aan het thema discriminatie voortaan mee te nemen in de pilot ‘Goed Verhuurderschap’. Ook kunnen woningzoekenden binnenkort met hun vragen over discriminatie terecht bij de nieuw op te richten Huurbalie. “We zijn blij met de stappen die het college wil zetten om deze discriminatie aan te pakken, maar vinden het treurig dat dit momenteel de stand van zaken is. We verwachten daarom dat het college actie onderneemt tegen de discriminerende makelaars die in dit onderzoek genoemd worden. Ook hopen we dat er op termijn een keurmerk komt voor verhuurders die goed scoren op hun antidiscriminatie aanpak.” concludeert Vavier.